NL - 22
NEDERLANDS
4 - ONDERHOUD EN REINIGING
Alvorenstotongeachtwelkeonderhoudsingreepenrei-
nigingovertegaan,moetaltijdgecontroleerdwordenof
de voedingsstekker uit het stopcontact van de installatie
getrokken is.
Raakdemetalendelenvanhetapparaatnietaanwanneer
hetlterweggenomenwordt.
Risico op letsels door de scherpe metalen randen.
Gebruikgeenwateromdeinternedelenvandeaircotereinigen.
Deblootstellingaanwaterkandeisolatiebeschadigenwaardoorrisicovoorelek-
trische schokken optreedt.
4.1 - REINIGING
4.1.a - Reiniging van het apparaat en van de afstandsbediening
a. Gebruik een droge doek om het apparaat en de afstandsbediening te reinigen.
b. Als het apparaat zeer vuil is kunt u voor de reiniging een met koud water bevochtigde doek gebruiken.
Gebruik geen antistatische of chemisch behandelde doek om het apparaat te
reinigen.
Gebruikgeenbenzine,oplosmiddelen,polijstpastaofsoortgelijkemiddelen.
Dezeproductenkunnendepvcoppervlakkenvervormenofbreukenveroorzaken.
4.1.b-Onderhoudenreinigingvandeluchtlters
Reinigdeluchtltersregelmatigomeendoeltreffendelteringvandeinterneluchteneengoedewerking
van uw klimaatregelaar te waarborgen.
Hetvuileluchtltervermindertdekoelcapaciteitvanhetapparaat.
Maak het elke twee weken schoon.
a. Stop de klimaatregelaar en scheid de voeding af.
b.Verwijderhetlteruitdeklimaatregelaar(Afb.20).
c. Washetltermetwaterdoordewaterstraalterichtentegenderichtinginwaarinhetstofophoopt.Dompel
hetltereerstineenoplossingvanwatereneenneutraalreinigingsmiddelonderalsersprakeisvan
bijzonder hardnekkig vuil (zoals vettige of andersoortige afzettingen).
d.Verwijderhetwaterdatzichtijdenshetwasseninhetlteropgehooptheeft,alvorenshetlterterugte
plaatsen (afb.21).