96
(3) Controleer nog een keer met een waterpas of rolbandmaat
ofhetpaneelhorizontaalhangt.Ditisbelangrijkomdeunit
correct te installeren. (Afb. 3-3)
Afb. 3-3
LET OP
Vermijd ook plekken waar zich elektriciteitsdraden of
leidingen daarvoor bevinden.
Debovengenoemdevoorzorgengeldenookalsdeleidingop
een andere plek door een wand moet worden geleid.
(4) Gebruik een decoupeerzaag, een fretzaag of een grote
gatenboor om het gat in de wand te maken. (Afb. 3-4)
Binnen Buiten
Afb. 3-4
OPMERKING
Het gat moet worden gemaakt onder een kleine hoek naar
beneden, naar buiten.
Tabel 3-2
Diameter gat (mm)
70
3-3. Boren van een gat in de wand en installeren van
een leidingenmof
(1) Steek de leidingenmof in het gat.
(2) Bevestig de tussenring aan de mof.
(3) Kort de mof af zodat deze nog ongeveer 15 mm uit de
wand steekt.
LET OP
Wanneer de wand hol is moet u de leidingenmofconstructie
gebruiken om te voorkomen dat de verbindingskabels enz.
worden aangevreten door muizen e.d.
(4) Werk het geheel tenslotte af door de mof netjes aft dichten
met stopverf of een ander geschikt vulmiddel.
15 mm
Afb. 3-5
3. INSTALLEREN VAN DE BINNENUNIT
3-1. Beginnen van de installatie
(1) Verwijderhetachterpaneel.
OPMERKING
Deleidingenkunnenin6richtingenwordenverlengd,zoalsu
kunt zie op Afb. 3-1. Kies de gewenste richting die de kortste
verbindingsafstand met de buitenunit oplevert.
Leidingrichting
Rechts
Rechts achter
Links
achter
Links onder
Links
(Voorkant)
Rechts onder
Afb. 3-1
3-2. Bevestigen van de installatieplaat
Debevestigingswandmoetsterkensolidegenoegzijnomde
trillingen van de unit te kunnen weerstaan.
DISTANCE
TO PIPE
HOLE
CENTER
128 mm
DISTANCE TO
PIPE HOLE
CENTER 128 mm
PIPE HOLE CENTER
PIPE HOLE
CENTER
241,5 mm
241,5 mm
128 mm
128 mm
128 mm
43
6
5
Wand WandWand
Meetlint
2 schroeven
Meer dan
1
Installatieplaat
1
Meer dan
2
Meer dan
1
Afb. 3-2
Tabel 3-1
Model
Afmetingen
1 2 3 4 5 6
S-15MK**
S-22MK**
S-28MK**
S-36MK**
540 mm 82 mm 439 mm 432 mm 43 mm 95 mm
Het midden van de installatieplaat moet op een afstand van meer
dan 1 van een eventuele wand links of rechts worden geplaatst.
Deafstandvanderandvandeinstallatieplaattothetplafond
moet meer dan 2 bedragen.
Vanhetmiddenvandeinstallatieplaattotdelinkerkantvande
unit is 3.
Vanhetmiddenvandeinstallatieplaattotderechterkantvande
unit is 4.
Voorleidingenaandelinkerkantmoetdeleidingverbindingvoor
vloeistof ongeveer 5 van deze lijn verwijderd zijn.
Voorleidingenaandelinkerkantmoetdeleidingverbindingvoor
gas ongeveer
6
van deze lijn verwijderd zijn.
(1) Bevestig de installatieplaat aan de wand met 5 schroeven,
of meer (tenminste 5 schroeven).
(Als de unit aan een betonnen wand wordt bevestigd, moet
u overwegen ankerbouten te gebruiken.)
● Bevestig de installatieplaat netjes horizontaal door bij
het maken van de markeringen gebruik te maken van
een schietlood en een waterpas.
(2) Maakhetgatvoordeleidingenmeteenø70mm
gatenzaag of -boor.
● Plaats het meetlint in de positie zoals u kunt zien op de
afbeelding hierboven.
Het midden van het gat wordt verkregen door voor
respectievelijk het linker en het rechter gat een afstand
van 128 mm af te meten.
Een andere methode is het kruispunt te nemen van de
verlenging van de pijlmerktekens.
Waar de verlengde pijlmerktekens elkaar kruisen is het
midden van het gat.
●
Boor het gat voor de leidingen aan de linkerkant of aan de
rechterkant met een kleine helling naar beneden (buiten
lager dan binnen). (Raadpleeg Paragraaf 3-3. “Boren van
een gat in de wand en installeren van een leidingenmof”.)
Wand
Binnen
Buiten
Ongeveer 5 - 7 mm
Tussenring voor
leidingconstructie
Stopverf of vulmiddel
Mof voor
leidingconstructie
ø70mm
doorvoergat
Pana_F616380_All_L.indb 96 2013-12-11 17:39:18