38
Overige instellingen
Normaal hoeft u deze instellingen niet te wijzigen. Ze worden automatisch op de juiste waarden voor de pad ingesteld wanneer u het 
padtype opgeeft.
U kunt deze parameters bewerken als de pad niet reageert zoals u wilt.
1. Druk in het Pad Settings-scherm enkele malen op 
de SEL [ ]-knop om Advanced Edit te selecteren, 
en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Het Pad Advanced-scherm verschijnt.
2. Gebruik de SEL [ ] [ ]-knoppen om de 
parameter die u wilt bewerken te selecteren.
3. Draai het [-/+]-wiel om de waarde te wijzigen.
4. Druk op de [OK]-knop om naar het MENU-scherm 
terug te keren.
Gedetailleerde instellingen voor triggerparameters
Display/parameter Parameter/waarde Verklaring
Threshold
0–16
Deze instelling bepaalt dat er alleen maar een triggersignaal wordt 
ontvangen als de pad zich boven een bepaald dynamisch niveau 
(snelheid) bevindt. U kunt dit gebruiken om te verhinderen dat een 
pad weerklinkt als gevolg van trillingen van andere pads.
fig.Threshold.eps
In het volgende voorbeeld zal B weerklinken, maar A en C niet.
Wanneer u een hogere waarde instelt, wordt er geen geluid geproduceerd als de pad 
zachtjes wordt aangeslagen. Verhoog geleidelijk de waarde voor Threshold terwijl u op de 
pad slaat.
Contoleer het resultaat en maak indien nodig aanpassingen. Herhaal deze procedure 
totdat u de juiste instelling voor uw speelstijl hebt gevonden.
Curve
Zie verder
Met deze instelling kunt u de relatie bepalen tussen speelsnelheid 
(slagkracht) en volumeveranderingen. Pas deze curve aan totdat de 
respons natuurlijk aanvoelt.
LINEAR
De standaardinstelling. Dit zorgt voor de meest natuurlijke 
overeenkomst tussen speeldynamiek en volumeverandering.
fig.VeloC-LINEAR.eps
EXP1, EXP2
Een sterke dynamiek zorgt voor grotere volumeveranderingen in 
vergelijking met de LINEAR-instelling.
fig.VeloC-EXP.eps
Drempel
CBA
EXP2EXP1
VolumeVolume
Slagkracht
TD-4_d.book  38 ページ  2012年9月10日 月曜日 午後1時16分