www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
NL
|
157
• Zorg dat de werkplek vrij is van houtafval en rond-
slingerende voorwerpen.
• Personen die aan of met de machine werken, mo-
gen niet worden afgeleid.
• Let op de draairichting van de motor en het zaag-
blad.
• Het zaagblad mag in geen geval na het uitschake-
len van de aandrijving worden afgeremd door er
zijdelings tegenaan te drukken.
• Plaats uitsluitend scherpe, breukvrije en niet-ver-
vormde zaagbladen in de machine.
• Gereedschap dat aan de machine wordt gebruikt
dien te voldoen aan de norm EN 847-1.
• Defecte zaagbladen moeten onmiddellijk worden
vervangen.
• Gebruik geen zaagbladen die niet overeenkomen
met de in deze gebruiksaanwijzing aangegeven
specicaties.
• Controleer of de pijl op het zaagblad gelijk staat
met de pijl op het apparaat.
• Controleer of het zaagblad in geen enkele positie
de draaitafel raakt door, nadat de stekker uit het
stopcontact is gehaald, het blad met de hand in de
standen 45° en 90° te draaien. Stel zo nodig de
zaagkop opnieuw af.
• Controleer of alle voorzieningen die het zaagblad
afdekken correct werken.
• De bewegende beschermkap mag niet in geopen-
de stand worden vastgeklemd.
• De veiligheidsvoorzieningen van de machine mo-
gen niet worden gedemonteerd of onbruikbaar wor-
den gemaakt.
• Beschadigde of defecte veiligheidsvoorzieningen
dienen onverwijld te worden vervangen.
• Zaag geen werkstukken die te klein zijn om ze nog
goed met uw hand vast te kunnen houden.
• Voorkom dat u uw handen in een onhandige stand
houdt, waardoor een of beide handen het zaagblad
zouden kunnen raken bij een plotselinge verschui-
ving.
• Voor lange werkstukken is extra ondersteuning (ta-
fel, blokken enz.) vereist om kantelen van de ma-
chine te voorkomen.
• Er mogen geen spijkers of andere vreemde voor-
werpen in het te zagen deel van het werkstuk zitten.
• De werkpositie is altijd aan de zijkant van het zaag-
blad.
• Belast de machine niet zodanig dat ze stil komt te
staan.
• Druk het werkstuk altijd stevig op het werkblad en
tegen de aanslag aan, om te voorkomen dat het
werkstuk gaat wiebelen of verschuiven.
• Zorg ervoor dat de afgesneden stukken zijdelings
van het zaagblad kunnen worden verwijderd. An-
ders kan het gebeuren dat ze door het zaagblad
worden gegrepen en weggeslingerd.
• Zaag nooit meerdere werkstukken tegelijkertijd.
• Gebruik alleen zaagbladen die op de juiste wijze
zijn geslepen. Het maximale toerental dat op het
zaagblad staat vermeld, mag niet worden over-
schreden.
• Let erop dat u alleen afstandsschijven en spilringen
gebruikt die geschikt zijn voor het door de fabrikant
vermelde doel.
• Als de machine een laser heeft, mag deze laser
niet door laser van een ander type worden vervan-
gen. Reparaties mogen uitsluitend door de fabri-
kant van de laser of een bevoegde dealer worden
uitgevoerd.
• Verwijder geen zaagresten of andere delen van het
werkstuk uit de verwerkingszone zolang de machi-
ne draait en de zaageenheid zich nog niet in de
rustpositie bevindt.
• Let erop dat de machine liefst altijd op een werk-
bank, een tafel of op het onderstel bevestigd is.
• Ondersteun lange werkstukken, om te voorkomen
dat ze na het zagen van de tafel vallen (bijv. met
een rolstaander).
Aanvullende aanwijzingen
• Haal bij instel- of onderhoudswerkzaamheden altijd
de stekker uit het stopcontact.
• Verstrek de veiligheidsinstructies aan alle perso-
nen die werkzaamheden aan of met de machine
verrichten.
• Gebruik de zaag niet voor het zagen van brand-
hout.
m VOORZICHTIG
• Het ronddraaiende zaagblad is gevaarlijk en kan
letsel aan handen en vingers veroorzaken.
• Controleer voor ingebruikname of de spanning op
het typebordje van het apparaat overeenkomt met
de netspanning.
• Controleer bij toepassing van een verlengsnoer, of
de diameter voldoende is voor de stroomopname
van de zaag. Minimale diameter 1,5 mm
2
.
• Gebruik de kabeltrommel alleen in afgerolde toe-
stand.
• Draag de zaag niet aan de netkabel.
• Stel de zaag niet bloot aan regen en gebruik de
machine niet in een vochtige of natte omgeving.
• Zorg voor goede verlichting.
• Zaag niet in de buurt van ontvlambare vloeistoffen
of gassen.
• Draag geschikte werkkleding! Wijde kleding of sie-
raden kunnen door het draaiende zaagblad worden
gegrepen.
• De bedieningspersoon moet ten minste 18 jaar zijn.
• Kinderen mogen niet in de buurt van het aan het
net aangesloten apparaat komen.
• Controleer de kabel naar de netaansluiting. Ge-
bruik geen defecte of beschadigde aansluitkabels.
To Next Page
Loading...
Need help?
General