92
                                        bovenliggende kleppen (OHV) en 
                                                     geforceerde luchtkoeling 
Cilinderinhoud:                                           389 cm
3
Brandstoftype:               Normale loodvrije benzine
Tankinhoud:                                                   25 l
Motorolie:                           Ca.1,1 l (15W40/<0 
o
C: 5W30)
Gewicht:                                                                   76 kg
Gegarandeerd geluidsvermogen L
WA
:     97 dB(A)
Vermogensfactor cos 
φ
:                                   1
Vermogensklasse:                                                    G1
Maximale temperatuur:                             40 °C
Maximale hoogte (boven zeespiegel):      1000 m
Bougie:                                                            LD F7RTC
Bedrijfsmodus S1 (continubedrijf)
Het apparaat werkt continu met het vermelde afgegeven 
vermogen.
Bedrijfsmodus S2 (tijdelijk bedrijf)
Het apparaat werkt korte tijd met het vermelde 
afgegeven vermogen. Vervolgens moet het apparaat 
tijdelijk uitgeschakeld worden om oververhitting te 
voorkomen.
5. Opbouw (Afb. 1-7)
1 Brandstofindicator
2 Tankdop
3 Contactdozen 230 V~
4 Contactdozen 400 V~
5 Demper 
6 Massa-aansluiting
7 Overbelastingschakelaar
8 Voltmeter
9 Olieaftapplug 
10 Olievuldop
11 Uitschakeling door oliealarmsysteem
12 Contactsleutel voor elektrische starter 
13 Chokehendel
14 Repeteerstarter
15 Elektrische starter
16 Brandstofkraan
17 Wielen
18 Handgreep
19 Rubberen voeten
20 Accu
21 Transportgreep
22 Olievulset
23 Bougiesleutelset
24 Luchtfilterset 
25 Wielmontageset          
26 Steeksleutel
27 Bougie 
6. Vóór ingebruikname
6.1 Wielen monteren (Afb. 3-5)
1. Steek een uiteinde van de bout (nr. 25) in het gat in het 
frame en zet hem met een ring en moer vast.
2. Plaats de bus en vervolgens het wiel en de ring op het 
andere uiteinde van de bout (nr. 25) en zet deze met de 
moer vast.
3. Breng de wieldop aan en zet deze vast met de clip aan 
de binnenzijde van de dop.
4. Monteer het wiel aan de linkerkant op dezelfde wijze.
Belangrijk:
Het wiel wordt zonder lucht geleverd en moet eerst 
opgepompt worden: maximale bandenspanning: 3 
bar/0,3 MPa
.
6.2 Rubberen voeten monteren (Afb. 6)
Zet de voet (nr. 19) tegen het frame zoals aangegeven. 
Voer eerst de bout door de openingen in het frame en 
voet en zet de bout vervolgens met een moer vast. Zet 
hierna de overige drie bouten met moeren op dezelfde 
wijze vast.
6.3 Handgrepen monteren (Afb. 7-8)
Plaats de handgreep (nr. 18) in de steun en zet deze met 
de knop vast. Plaats vervolgens de bout samen met een 
afdichtring door het gat in het frame en de duwstang. Zet 
N
L