► Druk op „STOP“ (1).
De maairobot wordt gestopt en vergrendeld.
► Druk op „STOP“ (1) en houd de knop net
zolang ingedrukt totdat de lichtstrook (2) volle‐
dig rood brandt.
► Druk op „STOP“ (1).
De lichtstrook (2) knippert twee keer. De ver‐
grendeling van de maairobot is geactiveerd.
De maairobot kan worden vervoerd, bewaard,
gereinigd of onderhouden.
17 Vervoeren
17.1 Maairobot vervoeren
► Stop de maairobot en activeer de vergrende‐
ling.
Maairobot dragen
► Draag werkhandschoenen van slijtvast materi‐
aal.
► Draag de maairobot aan de voorste hand‐
greep (1) en aan de achterste handgreep (2).
Maairobot in een voertuig vervoeren
► Zet de maairobot zodanig vast dat de maairo‐
bot niet kan omvallen en zich niet kan bewe‐
gen.
17.2 Accu vervoeren
De accu is in de maairobot ingebouwd en mag
alleen door een STIHL dealer worden uitge‐
bouwd.
► Controleer of de accu in de veilige, goede
staat verkeert.
► De accu zo in de verpakking verpakken dat
deze niet kan bewegen.
► Verpakking zo borgen dat deze niet kan vallen
en verschuiven.
De accu is onderworpen aan de eisen voor het
transport van gevaarlijke goederen. De accu is
geclassificeerd als UN 3480 (lithium-ionaccu's)
en is gecontroleerd volgens het UN-handboek
Beproevingen en Criteria , deel III, subparagraaf
38.3.
De transportvoorschriften staan vermeld op
www.stihl.com/safety-data-sheets.
18 Opslaan
18.1 Maairobot op het bewaren
voorbereiden
STIHL adviseert om de maairobot bij langere
pauzes, bijv. in de winter, in een "winterslaap" te
brengen. De "winterslaap" deactiveert alle niet
benodigde extra functies van de maairobot en
garandeert een geringe ontlading van de accu.
► Als de functie „Diefstalbeveiliging“ in de app
„MY iMOW
®
“ geactiveerd is: deactiveer de
„diefstalbeveiliging“.
► Als het laadniveau van de maairobot lager dan
50% is: laad de maairobot op, totdat het laad‐
niveau boven 50% ligt.
► Neem de maairobot uit het dockingstation.
Druk achtereenvolgens op de volgende toetsen‐
combinatie:
► Druk op „STOP“ (1).
De maairobot wordt gestopt en vergrendeld.
► Druk op „STOP“ (1) en houd de knop net
zolang ingedrukt totdat de lichtstrook (2) volle‐
dig rood brandt.
► Druk op „STOP“ (1).
De lichtstrook (2) knippert twee keer. De ver‐
grendeling van de maairobot is geactiveerd.
► Druk op „STOP“ (1) en houd de knop net
zolang ingedrukt totdat de lichtstrook (2) volle‐
dig rood brandt en ten slotte twee keer rood
knippert.
De modus "winterslaap" is geactiveerd. Alle
extra functies zijn gedeactiveerd.
Na de winterpauze moet de maairobot worden
geactiveerd, zodat deze weer gereed is voor
gebruik:
► Plaats de maairobot in het maaivlak.
► Druk op de toets "Start" (3).
De modus "Winterslaap" is gedeactiveerd en
de maairobot is weer gereed voor gebruik.
Nederlands 17 Vervoeren
222 0458-011-9601-A
To Next Page
Loading...
Need help?
General
