18.2 Maairobot opbergen
► Berg de maairobot zo op dat aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
–
De maairobot bevindt zich buiten het bereik
van kinderen.
–
De maairobot is schoon en droog.
–
De maairobot bevindt zich in een gesloten
ruimte.
–
De accu van de maairobot is opgeladen.
–
De maairobot is niet buiten de aangegeven
temperatuurgrenzen opgeborgen,
23.6.
–
De maairobot kan niet omvallen.
–
De maairobot kan niet wegrollen.
–
De maairobot staat rechtop op de wielen.
–
Er liggen geen voorwerpen op de maairo‐
bot.
De maairobot kan ook aan een muurhouder wor‐
den bewaard. De muurhouder is als toebehoren
verkrijgbaar.
LET OP
■ Als de maairobot niet overeenkomstig de
beschrijving in deze handleiding wordt opge‐
borgen, kan de accu diep ontladen en daar‐
door onherstelbaar beschadigd raken.
►
Laad de accu van de maairobot op voordat
u deze opbergt.
18.3 Dockingstation, laadkabel en
adapter opbergen
Bij langere pauzes, bijv. in de winter, kunnen het
dockingstation, de laadkabel en de adapter in
het maaivlak blijven staan.
► Trek de netstekker van de adapter uit de con‐
tactdoos.
► Bescherm de netstekker tegen weersinvloe‐
den.
► Reinig alle componenten.
► Dek het dockingstation af, bijvoorbeeld met
een grote emmer of mortelbak.
► Zet de emmer of mortelbak met grondspijkers
vast op de vloer.
Dockingstation, laadkabel en adapter uit elkaar
halen
Het dockingstation, de laadkabel en de adapter
kunt u ook demonteren om ze op te bergen in de
wandhouder (verkrijgbaar als toebehoren) of
wanneer ze niet afgedekt kunnen worden.
► Trek de netstekker van de adapter uit de con‐
tactdoos.
► Reinig alle componenten.
► Haal de laadkabel van het dockingstation en
de adapter en rol de kabel op.
► Verwijder de adapter en rol de aansluitkabel
op.
► Haal de begrenzingsdraad en de leidraad van
het dockingstation af.
► Vet de draadeinden in ter bescherming tegen
corrosie en bescherm ze tegen de weersin‐
vloeden.
► Demonteer het dockingstation.
19 Reinigen
19.1 Maairobot reinigen
WAARSCHUWING
■ De snijkanten van de messen zijn scherp. De
gebruiker kan zich snijden.
► Draag werkhandschoenen van slijtvast
materiaal.
► Stop de maairobot en activeer de vergrende‐
ling.
► Pak de maairobot aan de voorste handgreep
(1) en aan de achterste handgreep (2) vast.
19 Reinigen Nederlands
0458-011-9601-A 223