226
Vuil water legen
Indicator volle vuilwatertank:
Einde van het werk
Zuigmondstuk verwijderen en schoonmaken
Leeg en reinig zowel de vuilwatertank als de schoonwatertank
(Flextank).
Ga als volgt te werk:
• Als de indicator van de vuilwatertank
brandt, wordt het reinigingsprogram-
ma onderbroken, gaat de zuigmond
omhoog en wordt de zuigeenheid uit-
geschakeld.
• Legen van de vuilwatertank, zie pagina 226.
NB:
Als er restjes schuim in de tank achterblij-
ven, licht de indicator van de vuilwatertank
eveneens op.
• Druk op de knop Reinigingsoplos-
sing AAN/UIT.
De toevoer van de reinigingsoplos
-
sing wordt gestopt.
• Rijd een paar meter verder, zodat de bewegende delen
nog even blijven draaien; dit zal het "druipen" vermijden.
Vooral belangrijk voor TASKI contactpads!
• Druk op de knop Borstelaandrijving
AAN/UIT.
De borsteleenheid stopt en gaat om
-
hoog.
• Rijd een korte afstand verder om het resterende vuile water
op te zuigen.
• Druk op de knop Zuigaggregaat
AAN/UIT.
De zuigkop wordt automatisch opge
-
heven.
De zuigmotor loopt nog 10 seconden
door.
• Trek de sleutel uit en druk de vastzetrem in.
• Trek de 2 zuigslangen van de zuigmondhouders af.
• Druk de vergrendelingsbeugel sa-
men. Daardoor komt de zuigmond
vrij en kan deze uit de mondstukhou-
der worden verwijderd.
• Reinig de zuigmond met een borstel onder stromend wa-
ter.
• Hang de zuigkop op de houder voor de kop/de slang.
NB:
Alleen met schone en ongeschonden la-
mellen bereikt u een optimaal zuigresul-
taat!
NB:
Het verwijderen van het vuile water of de
reinigingsoplossing moet gebeuren in
overeenstemming met de nationale voor-
schriften.
NB:
Let bij het legen van de vuilwatertank op
de beschermingsvoorschriften van de fa-
brikant van het reinigingsmiddel.
• Trek de sleutel uit en druk de vastzetrem in.
• Neem de afvoerslang voor het vuile
water uit de houder.
• Houd de slang op de hoogte van de
tankrand met de opening naar bo-
ven. Open de rode deksel, laat het
einde van de slang langzaam zakken
om alles uit te gieten en leeg de vuil-
watertank.
• Til de schoonwatertank (flextank) op, leg deze op het laag-
ste punt in de vuilwatertank en maak hem leeg.
• Haal de lege schoonwatertank (flextank) uit de vuilwater-
tank en spoel deze grondig met schoon water.
• Spoel de vuilwatertank grondig met schoon water.
• Neem het grofvuilfilter (geel) eruit,
leeg het en spoel grondig onder stro-
mend water.
• Neem het zuigfilter (geel) eruit en
veeg het vuil met een doek of een
zachte borstel weg.
• Neem het zuigfilter eruit en veeg het
vuil met een doek of een zachte bor-
stel weg.
Let op:
Een verstopt zuigfilter kan de zuigkracht
beïnvloeden.
Een verstopt aanzuigfilter kan de hoeveel-
heid reinigingsoplossing verminderen.
• Monteer het grofvuilfilter (geel), de schoonwatertank (flex-
tank), het zuigfilter en het aanzuigfilter opnieuw.
• Plaats de afvoerslang weer in de houder.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
