EasyManua.ls Logo

Wilo SiBoost Smart Helix V Series - Elektrische Aansluiting

Wilo SiBoost Smart Helix V Series
113 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 87
7.2.9 Flexibele aansluitleidingen (toebehoren)
Bij leidingen met schroefdraadaansluitingen kun-
nen flexibele aansluitleidingen gebruikt worden
voor de spanningsvrije montage van de drukver-
hogingsinstallatie en bij een kleine offset van de
leidingen (fig. 10 - B). De flexibele aansluitleidin-
gen uit het Wilo-assortiment bestaan uit een
hoogwaardige, roestvrij stalen, geribde slang met
een roestvrij stalen ommanteling. Voor de mon-
tage op de drukverhogingsinstallatie bevindt zich
aan het uiteinde een afdichtende roestvrij stalen
schroefdraadverbinding met binnendraad. Aan
het andere uiteinde bevindt zich een buitendraad
voor de koppeling aan het verdere leidingssy-
steem. Afhankelijk van de betreffende bouw-
grootte dienen bepaalde, maximaal toelaatbare
vervormingen aangehouden te worden (zie tabel 2
en fig 10). Flexibele aansluitleidingen zijn niet
geschikt om axiale trillingen op te vangen en
overeenkomstige bewegingen te compenseren.
Het knikken of twisten bij de montage dient door
middel van geschikt gereedschap voorkomen te
worden. Bij een hoekoffset van de leidingen is het
noodzakelijk om de installatie door middel van
geschikte maatregelen aan de bodem te bevesti-
gen om het contactgeluid te verminderen. De
flexibele aansluitleidingen in de installatie moeten
altijd toegankelijk zijn voor een controle. Zij
mogen daarom niet in de isolatie van leidingen
worden ingebouwd.
AANWIJZING!
Flexibele aansluitleidingen zijn onderhevig aan
bedrijfsmatige slijtage. Regelmatige controles op
lekkage of andere gebreken zijn noodzakelijk (zie
aanbevelingen DIN 1988).
7.2.10 Drukregelaar (toebehoren)
Het gebruik van een drukregelaar is vereist bij
drukschommelingen in de toevoerleiding van
meer dan 1 bar of als de voordrukschommeling
zo groot is dat de installatie uitgeschakeld moet
worden of als de totale druk (voordruk en pom-
popvoerhoogte in het nulniveaupunt - zie karak-
teristiek van de installatie) groter is dan de nomi-
nale druk. Er moet een minimaal drukverlies van
ca. 5 m resp. 0,5 bar zijn om ervoor te zorgen dat
de drukregelaar goed werkt. De druk achter de
drukregelaar (achterdruk) is het uitgangspunt
voor de bepaling van de totale opvoerhoogte van
de drukverhogingsinstallatie. Bij de installatie van
een drukregelaar moet aan de voordrukzijde een
inbouwruimte van ca. 600 mm aanwezig zijn.
7.3 Elektrische aansluiting
GEVAAR! Levensgevaar!
De elektrische aansluiting moet conform de
geldende, plaatselijke voorschriften (VDE-
voorschriften) worden uitgevoerd door een
elektrotechnicus die erkend is door het plaatse-
lijke energiebedrijf.
De drukverhogingsinstallaties van de serie SiBoost
Smart zijn uitgerust met regelsystemen van de
serie SC SC-FC of SCe. Voor de elektrische aan-
sluiting dienen de bijbehorende inbouw- en
bedieningsvoorschriften en de meegeleverde
elektrische schakelschema's in acht genomen te
worden. Hieronder worden de algemene punten
vermeld waar u rekening mee moet houden:
Stroomtype en spanning van de netaansluiting
moeten overeenkomen met de gegevens op het
typeplaatje en het schakelschema van het regel-
systeem,
de elektrische aansluitleiding dient in overeen-
stemming met het totale vermogen van de druk-
verhogingsinstallatie voldoende gedimensioneerd
te zijn (zie typeplaatje en specificatieblad),
de externe zekering dient conform DIN 57100/
VDE0100, deel 430 en deel 523 uitgevoerd te
worden(zie specificatieblad en schakelschema's),
Nominale doorlaat,
Aansluiting
Schroefdraad
Draadaansluiting
Conische buiten-
draad
Max. buigradius
RB in mm
Max. buighoek
BW in °
DN 40 Rp 1½“ R 1½“ 260 60
DN 50 Rp 2“ R 2“ 300 50
DN 65 Rp 2½“ R 2½“ 370 40
Tabel 2

Table of Contents

Related product manuals