Nederlands
92 WILO SE 04/2013
Motor of pomp wordt te warm Lucht in de toevoer Controleren; indien nodig leiding afdich-
ten, pompen ontluchten
Afsluiters in de installatie gesloten of
niet volledig geopend.
Controleren; eventueel afsluitarmatuur
openen
Waaiers verstopt Pompen controleren, indien nodig ver-
vangen of laten herstellen
Terugslagklep verstopt Controleren; indien nodig verstopping
verhelpen of terugslagklep vervangen
Afsluiter aan de druksensor gesloten Controleren; eventueel afsluitarmatuur
openen
Uitschakelpunt te hoog ingesteld Instelling controleren en indien nodig
corrigeren
Schade aan lager Pomp/motor controleren, indien nodig
vervangen of laten herstellen
Wikkelingskortsluiting in de motor Controleren, indien nodig motor vervan-
gen of laten herstellen
Netspanning: een fase ontbreekt Zekeringen, kabels en aansluitingen
controleren
Te hoog stroomverbruik
Terugslagklep lek Controleren, indien nodig afdichting
vervangen of terugslagklep vervangen
Debiet te groot Pompgegevens en instelwaarden con-
troleren en indien nodig corrigeren
Wikkelingskortsluiting in de motor Controleren, indien nodig motor vervan-
gen of laten herstellen
Netspanning: een fase ontbreekt Zekeringen, kabels en aansluitingen
controleren
Motorbeveiligingsschakelaar wordt
geactiveerd
Terugslagklep defect Controleren; indien nodig terugslagklep
vervangen
Debiet te groot Pompgegevens en instelwaarden con-
troleren en indien nodig corrigeren
Vermogensrelais defect Controleren en indien nodig vervangen
Wikkelingskortsluiting in de motor Controleren, indien nodig motor vervan-
gen of laten herstellen
Netspanning: een fase ontbreekt Zekeringen, kabels en aansluitingen
controleren
Pomp(en) brengt/brengen geen of te
laag vermogen
Sterk schommelende toevoerdruk Toevoerdruk controleren; indien nodig
maatregelen voor het stabiliseren van de
voordruk treffen (bijv. drukregelaar)
Toevoerleiding verstopt of geblokkeerd Toevoerleiding controleren; indien nodig
verstopping verhelpen of afsluitarma-
tuur openen
Nominale doorlaat van de toevoerleiding
te klein
Toevoerleiding controleren; indien nodig
doorsnede van de toevoerleiding ver-
groten
Verkeerde installatie van de toevoerlei-
ding
Toevoerleiding controleren, indien nodig
leidinginvoer wijzigen
Lucht in de toevoer Controleren; indien nodig leiding afdich-
ten, pompen ontluchten
Waaiers verstopt Pompen controleren, indien nodig ver-
vangen of laten herstellen
Terugslagklep lek Controleren, indien nodig afdichting
vervangen of terugslagklep vervangen
Terugslagklep verstopt Controleren; indien nodig verstopping
verhelpen of terugslagklep vervangen
Afsluiters in de installatie gesloten of
niet volledig geopend.
Controleren; eventueel afsluitarmatuur
openen
Droogloopbeveiliging is geactiveerd Toevoerdruk controleren
Verkeerde draairichting van de motoren Draairichting controleren en indien
nodig door fasenwisseling corrigeren
Wikkelingskortsluiting in de motor Controleren, indien nodig motor vervan-
gen of laten herstellen
Storing Oorzaak Oplossing