195
7.4.3.4 NAT
UPnP activeren: Activeren of deactiveren van de UPnP-functie. Bij geactiveerde
UPnP-functie kan de netwerkcamera op de Windows-
netwerkpagina worden gevonden.
UPnP-naam: Toewijzen van een UPnP-naam waarmee de camera in het
netwerk via UPnP verschijnt.
Port Mapping activeren: De functie NAT (Network Address Translation) resp. port mapping
zorgt in de router automatisch voor port-forwardings voor toegang
vanuit internet tot de camera (indien door de router ondersteund).
Mapping type: Auto: Automatische toewijzing van alle poorten
Handmatig: Handmatige toewijzing van alle poorten
7.4.3.5 SNMP
SNMP (Simple Network Management Protocol)
Met het SNMP-protocol is een centraal netwerkmanagement van netwerkcomponenten mogelijk.
SNMPv1 activeren: Activeren van de SNMPv1-functie
SNMPv2 activeren: Activeren van de SNMPv2-functie
SNMP-Comm. Schrijven: SNMP-Community string voor het schrijven
SNMP-Community lezen: SNMP-Community string voor het lezen
Trap-adres: IP-adres van TRAP-server
Trap-poort: Poort van TRAP-server
Trap Community: TRAP Community string
SNMPv3 activeren: Activering van SNMPv3
Gebruikersnaam lezen: Gebruikersnaam verstrekken
Veiligheidslevel: auth, priv.: Geen authenticatie, geen versleuteling
auth, no priv.: Authenticatie, geen verificatie
no auth, no priv.: Geen authenticatie, codering
Authent.-algor.: Authenticatie-algoritme selecteren: MD5, SDA
Wachtwoord-authent.: Wachtwoord verstrekken
Private-Key-algoritme: Versleutelingsalgoritme selecteren: DES, AES
Private-Key-wachtwoord: Wachtwoord verstrekken