EasyManua.ls Logo

Bosch MC 400 - Installatie Van Een Temperatuursensor Op de Evenwichtsfles; Elektrische Aansluiting; Aansluiting BUS-Verbinding en Temperatuursensor (Laagspanningszijde); Aansluiting Voedingsspanning Pomp en Menger (Netspanningszijde)

Bosch MC 400
92 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Installatie | 33
6 720 819 669 (2016/05)MC 400
3.2 Installatie van een temperatuursensor op de even-
wichtsfles
Afb. 4 Positie aanvoertemperatuursensor (T0)
[1] Alle warmtebronnen
[2] Alle cv-circuits
A Evenwichtsfles model 1
B Evenwichtsfles model 2
-
1
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle warmtebronnen
-
2
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle warmtebronnen
-
3
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle cv-circuits
-
4
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle cv-circuits
T
0
Temperatuursensor aanvoer op de evenwichtsfles
T
0
moet zodanig worden gepositioneerd, dat -
3
onafhankelijk van het
debiet aan de zijde van alle warmtebronnen [1] wordt geregistreerd.
Alleen zo kan de regeling ook bij kleine belastingen stabiel werken.
3.3 Elektrische aansluiting
Rekening houdend met de geldende voorschriften voor de aanslui-
ting minimaal elektrische kabel model H05 VV-... gebruiken.
3.3.1 Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
BUS-verbinding algemeen
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
100 m met 0,50 mm
2
aderdiameter
300 m met 1,50 mm
2
aderdiameter
BUS-verbinding warmteproducent – cascademodule
Warmteproducent en slave-cascademodules direct op de aansluit-
klemmen BUS1 ... BUS4 aansluiten (Æ overzicht bezetting aansluit-
klemmen).
BUS-verbinding cascademodule bedieningseenheid – andere module
Bij verschillende aderdiameters een verdeeldoos voor de aansluiting
van de BUS-deelnemers gebruiken.
BUS-deelnemer [B] via verdeeldoos [A] in ster (Æ afb. 20,
pagina 88, handleiding van de bedieningseenheid en andere module
respecteren).
Temperatuursensoren
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende aderdiameters:
Tot 20 m met 0,75 mm
2
tot 1,50 mm
2
aderdiameter
20 m tot 100 m met 1,50 mm
2
aderdiameter
Algemeen over laagspanningszijde
Wanneer PO voor de regeling wordt gebruikt, IA1 niet overbruggen.
Wanneer IA1 is overbrugd en PO is open, wordt op de ingestelde
maximale aanvoertemperatuur geregeld.
Om inductieve beïnvloeding te vermijden: alle laagspanningskabels
van netspanning geleidende kabels afzonderlijk installeren (minima-
le afstand 100 mm).
Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoorbeeld LiYCY) en af-
scherming eenzijdig aarden. Sluit de afscherming niet op de
aansluitklem voor de randaarde in de module aan maar op de huisaar-
de, bijvoorbeeld vrije afleiderklem of waterleiding.
Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
3.3.2 Aansluiting voedingsspanning pomp en menger
(netspanningszijde)
Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelfde kwaliteit.
Sluit de netfasen correct aan.
Netaansluiting via een stekker met randaarde is niet toegestaan.
Sluit op de uitgangen alleen componenten en modules aan conform
deze handleiding. Sluit geen extra besturingen aan, die andere instal-
latiedelen aansturen.
Wanneer de maximale kabellengte van de BUS-verbinding
tussen alle BUS-deelnemers wordt overschreden of in het
BUS-systeem een ringstructuur bestaat, is de inbedrijfstel-
ling van de installatie niet mogelijk.
6 720 809 449-24.1O
1 2
A
1
2
B
T0
T0
ϑ
1
ϑ
3
ϑ
2
ϑ
4
ϑ
1
ϑ
3
ϑ
2
ϑ
4
Benamingen van de aansluitklemmen (laagspanningszijde d 24 V)
0-10 V Aansluiting
1)
Voor 0-10 V-kamerthermostaat of gebouwautomati-
sering met een 0-10 V-regeluitgang ook vermogens-feedback als
0-10 V-signaal voor gebouwautomatisering op klem 3
1) Klembezetting: 1 – massa; 2 – 0-10 V-ingang (Input) voor warmtevraag van de
gebouwautomatiseringstechniek; 3 – 0-10 V-uitgang (Output, optie) voor
Feedback
BUS
2)
2) In bepaalde toestellen is de aansluitklem voor het BUS-systeem met EMS gemar-
keerd.
Aansluiting op regelaar, module
BUS1...4 Aansluiting warmteproducent of slave-cascademodule
I2, I3 Aansluiting externe schakelaar (Input)
OC1 Aansluiting
3)
Toerentalregeling pomp met 0-10 V-signaal
(Output Cascade)
3) Klembezetting:1 – massa; 2 – uitgang (Output); 3 – ingang (Input, optie)
T0, T1, T2 Aansluiting temperatuursensor (Temperature sensor)
Tabel 4
Benamingen van de aansluitklemmen (netspanningszijde)
120/230 V AC Aansluiting netspanning
PC0, PC1 Aansluiting pomp (Pump Cascade)
A0 Aansluiting voor storingsmelding (Alert)
I A1 Aansluiting voor aan/uit-regelaar 230 V)
Tabel 5
De bezetting van de elektrische aansluitingen is afhankelijk
van de geïnstalleerde installatie. De in afb. 13 t/m 20, vanaf
pagina 87 getoonde beschrijving is een voorstel voor de
procedure van de elektrische aansluiting. De handelings-
stappen zijn gedeeltelijk in verschillende kleuren weergege-
ven. Daarmee kan gemakkelijker worden herkend, welke
handelingsstappen bij elkaar horen.

Table of Contents

Related product manuals