• Nadat u het model volgens de handleiding hebt gemonteerd, de afstandsbediening volgens de instructies hebt
geprogrammeerd en alle accu's hebt opgeladen, kan uw eerste vlucht beginnen.
• Voor de eerste vlucht mag er niet te veel wind staan.
• De bouw van het model is zeer eenvoudig, het vliegen is echter veeleisender.
Tips en opmerkingen voor de eerste vlucht
1. Controleer of de gasknuppel bij het aansluiten van de aandrijfaccu altijd in de motorstopstand staat
2. Sluit de aandrijfaccu op de stekker van de regelaar aan; de motor speelt de melodie “Do Re Me“
3. Na 2 sec. geeft de motor een lange pieptoon (B--), wat betekent dat de gasknuppel in de motorstopstand voor
eenveilige start staat.
4. Na 2 sec. geeft de motor de pieptonen van de ingestelde remfunctie.
5. Nu is de regelaar klaar om de motor te besturen.
Inschakelen van de regelaar
1. Startbeveiliging: Als de motor binnen 2 sec. na het gas geven niet begint te draaien, wordt de regelaar uitgeschakeld
om een ongecontroleerd starten te verhinderen. In dat geval zet u de gasknuppel in de stopstand, waardoor de
regelaar wordt gedeactiveerd. (Dit kan de volgende oorzaken hebben: de verbinding met de motor is onjuist,
depropeller is geblokkeerd, etc.)
2. Oververhittingsbeveiliging: Als de temperatuur 110 °C overschrijdt, wordt de motor teruggeschakeld.
3. Motorsmoring bij signaalverlies: Als het signaal van de ontvanger langer dan 1 sec. wordt onderbroken, wordt
demotor teruggeschakeld, bij langer dan 2 sec. wordt de motor uitgeschakeld.
4. Na het aansluiten van de aandrijfaccu worden de tonen “beep-, beep-, beep-" afgegeven (elke “beep” heeft een
interval van 2 sec.), d.w.z. de aandrijfaccu heeft over- of onderspanning.
5. Na het aansluiten van de aandrijfaccu worden de tonen “beep-, beep-, beep-" afgegeven (elke “beep” heeft een
interval van 0,25 sec.), d.w.z. de gasknuppel staat niet in de motorstopstand.
Beveiligingsfuncties van de regelaar
Opmerkingen over milieubescherming
• Het symbool op het product, de gebruikshandleiding of de verpakking wijst erop dat dit product aan
het einde van de gebruiksduur niet met het normale huishoudelijke afval mag worden afgevoerd.
Het moet bij een verzamelpunt voor de recylcing van elektrische en elektronische apparaten worden
afgegeven.
• De materialen kunnen volgens de markering worden gerecycled. Door de recycling, het hergebruik
van materialen of andere vormen van hergebruik van oude apparaten levert u een belangrijke bijdrage
aan de milieubescherming.
• Batterijen en accu's moeten uit het apparaat worden verwijderd en bij het daarvoor bestemde
verzamelpunt gescheiden worden afgegeven. Vraag bij het gemeentebestuur waar het betreffende
inzamelpunt zich bevindt.