Ingangen en uitgangen worden met behulp van het toetsenpaneel en displayscherm op het
frontpaneel ingesteld en geconfigureerd. Deze gebruikersinterface wordt gebruikt om in- en
uitgangen in te stellen en te configureren, om logboekinformatie te creëren en waarden te berekenen
en om sensoren te kalibreren. De SD-interface kan worden gebruikt om logboekbestanden op te
slaan en software te updaten.
Display
Afbeelding 12 toont een voorbeeld van het hoofdmeetscherm bij een op de controller aangesloten
DO-sensor.
Afbeelding 12 Voorbeeld van het hoofdmeetscherm
1 Pictogram beginscherm 7 Waarschuwing statusbalk
2 Sensornaam 8 Date (Datum)
3 Pictogram SD-kaart 9 Analoge uitvoerwaarden
4 Relaisstatusindicator 10 Time (Tijd)
5 Meetwaarde 11 Voortgangsbalk
6 Meeteenheid 12 Meetparameter
Tabel 5 Omschrijvingen van pictogrammen
Pictogram Beschrijving
Beginscherm Het pictogram kan afhankelijk van het weergegeven scherm of menu variëren. Als er
bijvoorbeeld een SD-kaart is geplaatst, verschijnt hier het pictogram van een SD-kaart wanneer
de gebruiker zich in het menu SD-kaart Installatie bevindt.
SD-kaart Dit pictogram verschijnt alleen als zich een SD-kaart in de sleuf van de lezer bevindt. Als een
gebruiker zich in het menu SD-kaart Installatie bevindt, verschijnt dit pictogram in de hoek
linksboven.
Nederlands 221