VEILIGHEIDSFUNCTIES
De machine is voorzien van de volgende veiligheidsfuncties.
NOODKNOP
De noodknop (5) bevindt zich in een gemakkelijk toegankelijke positie voor de bediener. Deze moet stevig worden ingedrukt als alle
functies van de machine meteen moeten worden gestopt.
Zet de vuilwatertank (17) omhoog en sluit de accustekker (6) weer aan om de werking van de machine te herstellen.
ANTISLIPSYSTEEM
Dit systeem verlaagt waar nodig de snelheid tijdens het sturen en als de machine met een bepaalde veiligheidswaarde zijdelings
overhelt om plotseling slippen te vermijden en verhoogt de stabiliteit van de machine onder alle omstandigheden. Activering van het
systeem wordt aangegeven met het pictogram (51-J) op het display.
MICROSCHAKELAAR VAN DE BESTUURDERSSTOEL
Deze bevindt zich in de bestuurdersstoel (12) en zorgt dat het aandrijfsysteem van de machine niet werkt als de bediener niet op de
stoel zit.
ELEKTROMAGNETISCHE REM
Deze is geïntegreerd in het aandrijvende achterwiel (24) en zorgt dat de machine niet kan rijden als hij is uitgeschakeld en in elk
geval bij een stilstaande machine.
To Next Page
Loading...
