112
22. Verhelpen van storingen
Het model en de afstandsbediening zijn volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen deson-
danks problemen of storingen optreden. Daarom willen we u uitleggen hoe u eventuele storingen kunt verhelpen.
Probleem Oplossing
De afstandsbediening reageert niet. • Controleer de batterijen van de afstandsbediening (polariteit) of
vervang ze.
• Controleer de functieschakelaar.
De LED in de zender knippert en de
zender laat pieptonen horen.
• Vervang de batterijen in de zender.
De oplaadtijd van de vliegaccu is erg
kort.
• Stroomsterkte van de USB-aansluiting te laag.
• Vliegaccu vervangen.
Rotoren starten niet. • Laadtoestand van de vliegaccu controleren.
• Soepelheid van de aandrijfmechanica controleren.
• Inschakelprocedure herhalen.
De helikopter stijgt niet op. • Laadtoestand van de vliegaccu controleren.
• Soepelheid van de aandrijfmechanica controleren.
• Rotorbladen controleren.
Helikopter reageert niet op de
afstandsbediening.
• Inschakelprocedure herhalen.
• Storingen door andere 2,4 GHz zenders vermijden.
Helikopter draait zich rond de rotoras. • Het model trimmen (zie afbeelding 14).
• Inschakelprocedure herhalen en erop letten dat de helikopter niet
wordt bewogen of gedraaid.
• Controleer of de staartrotor soepel loopt en goed functioneert.
• Positiesensoren kalibreren.
• Rotorbladen controleren.
Vliegtijd is te kort • Laad de vliegaccu op (zorg ervoor dat de USB-aansluiting voldoende
stroom heeft).
• Vliegaccu defect.
• Mechanica loopt niet soepel.
Model vliegt constant in één richting. • Positiesensoren kalibreren
• Model trimmen.
• Ongunstige vliegomstandigheden (diepgang).
Model trilt sterk tijdens het vliegen. • Rotoren defect.
• De motoras van de hoofd- of staartrotor is gebogen.
• Rotorbladen te stevig vastgeschroefd.
• Aandrijving loopt op sommige plaatsen vast.