www.scheppach.com
108
|
NL
– Gehoorbescherming;
– Veiligheidshandschoenen bij het hanteren van
zaagbladen.
18. Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen
zaagbladen die voldoen aan EN 847-1.
Waarschuwing! Let er bij het wisselen van het
zaagblad op, dat de zaagbreedte niet geringer en
de dikte van het stamblad niet groter is dan de dik-
te van de splijtwig!
19.
een oververhitting van de zaagtanden. Reduceer
de aanvoersnelheid om te voorkomen dat het
kunststof smelt.
20. Houd er rekening mee dat gecompliceerde pro-
cessen met verborgen sneden en het snijden van
afschuiningen/wiggen niet zijn toegestaan.
21. Voer lengtesneden met een neiging niet op de zij-
de uit, waarnaar de neiging is gericht.
22. Controleer bij de montage of instelling van de pa-
rellelaanslag of de parallelaanslag parallel ten op-
zichte van het zaagblad staat.
7. Technische gegevens
Wisselstroommotor 220 - 240 V~
Opgenomen vermogen 2000 W
Bedrijfsmodus S1
Stationair toerental 4500 min
1
Hardmetalen zaagblad 255 x 30 x 2,8 mm
Stambladdikte 1,8 mm
Aantal tanden (voorgemonteerd
zaagblad)
24
Dikte splijtwig 2 mm
Min. maat werkstuk B x L x H 10 x 50 x 1 mm
Min. tafelvlak 742 x 640 mm
Max. tafelvlak 1195 x 640 mm
Zaaghoogte max. 45° 58 mm
Zaaghoogte max. 0° 83 mm
Zaagblad zwenkbaar 0 - 45°
Afzuigaansluiting Ø 35 mm
Gewicht ca. 29 kg
Technische wijzigingen voorbehouden!
*S1: Continubedrijf met constante belasting
Veiligheidsvoorschriften voor de behandeling van
zaagbladen
1. Gebruik alleen inzetstukken als u weet hoe u er-
mee om moet gaan.
2. Houd rekening met het maximale toerental. Het
maximale toerental dat op het inzetstuk staat ver-
meld, mag niet worden overschreden. Houd u, in-
dien aangegeven, aan het toerentalbereik.
3. Let op de draairichting van de motor en het zaag-
blad.
4. Gebruik geen inzetstukken dat barsten vertoont.
Gooi het inzetstukken weg als het barsten ver-
toont. Reparatie is niet toegestaan.
5. De klemoppervlakken moeten van vuil, vet, olie en
water worden ontdaan.
6. Gebruik geen losse pasringen of -bussen om het
boorgat van cirkelzaagbladen te verkleinen.
7. Zorg ervoor dat de bevestigde pasringen voor de
borging van het inzetstuk dezelfde parameter heb-
ben en dat ze minimaal 1/3 van de snijdiameter
hebben.
8. Zorg, dat bevestigde pasringen evenwijdig staan
aan elkaar.
9. Wees voorzichtig bij het gebruik van de inzetstuk-
ken. Bewaar ze bij voorkeur in de originele verpak-
king en of in speciale houders. Draag veiligheids-
handschoenen om de grip te vergroten en de kans
op persoonlijk letsel nog verder terug te dringen.
10. Controleer voordat u de inzetstukken gebruikt of
de veiligheidsvoorzieningen correct zijn bevestigd.
11. Controleer vóór gebruik of het toegepaste inzet-
stuk aan de technische eisen van deze machine
voldoet en of het goed bevestigd is.
12. Gebruik het meegeleverde zaagblad alleen voor
het zagen van hout en nooit voor het bewerken
van metalen.
13. Gebruik het juiste zaagblad voor het te bewerken
materiaal.
14. Gebruik alleen een zaagblad met een diameter die
op de zaag staat aangegeven.
15. Gebruik alleen zaagbladen, die met een gelijk of
hoger toerental dan op het elektrisch gereedschap
gemarkeerd zijn.
16. Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen
zaagbladen, die, indien deze voor het zagen van
hout of gelijksoortige materialen zijn bedoeld,
overeenkomen met EN 847-1.
17. Draag geschikte persoonlijke beschermingsmid-
delen, zoals bijv.: