27
N
L
Lees de gebruiksaanwijzingen vóór gebruik aandachtig door en neem 
de volgende waarschuwingen in acht. Raadpleeg deze handleiding in 
geval van twijfels over de werking.
Bewaar alle documentatie zodat iedereen die de compressor gebruikt, 
deze documentatie van te voren kan raadplegen.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE VEILIGHEID
1
De akoestische drukwaarde gemeten op 4 m, gemeten in het vrije veld, is 
gelijk aan de potentiele akoestische waarde aangegeven op het label dat 
is geplaatst op de compressor, waarvan dan 20 dB wordt afgetrokken.
VÓÓR HET GEBRUIK
•De compressor moet in geschikte omgevingen worden gebruikt 
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur  +5°C tot +40°C) en nooit 
bij aanwezigheid van stof, zuren, dampen, explosieve of ontvlambare 
gassen.
•Houd altijd een veiligheidsafstand van minstens 3 meter tussen de 
compressor en het werkgebied aan.
•Eventuele verkleuringen die verschijnen op de plastic bescherming van de 
compressortijdenslakspuiten,wijzenopeentegeringeafstand.
•Steek de stekker van de stroomkabel in een qua vorm, spanning en
frequentiegeschiktstopcontactdatvoldoetaandegeldendevoorschriften.
•
Gebruik voor de stroomkabel verlengsnoeren met een lengte van hoogstens 
5 meter en met een kabeldoorsnede van niet minder dan 1.5 mm².
•Men raadt het gebruik van verlengsnoeren met een andere lengte of 
doorsnede,alsmedeadaptersenmeervoudigestekkerdozenaf.
•Gebruik uitsluitend de schakelaar van de pressostaat om de compressor 
uit te schakelen.
•Gebruik uitsluitend de handgreep om de compressor te verplaatsen.
•Dewerkendecompressormoetopeenstabiele,horizontaleondergrond
worden geplaatst om een correcte smering te verzekeren (gesmeerde
versies).
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
•Richt de luchtstroom nooit op mensen, dieren of op het eigen lichaam
(Gebruikeen beschermbril om de ogen tegen vreemdevoorwerpendie
doordeluchtstroomwordenverplaatsttebeschermen).
•Richtvloeistoffendiedooropdecompressoraangeslotengereedschappen
worden gespoten nooit op de compressor zelf.
•Gebruikhetapparaatnooitmetblotevoetenofvochtigehandenofvoeten
•Treknooitaandestroomkabelomdestekkeruithetstopcontacttetrekken
of om de compressor te verplaatsen.
•Laathetapparaatnooitblootgesteldaandeweersinvloeden.Vervoerde
compressor niet met de ketel onder druk.
•Voeropdeketel geenlassenofmechanischebewerkingenuit.In geval
van defecten of corrosie moet de ketel vervangen worden.
•Zorg ervoor dat de compressor niet door onervaren personeel wordt
gebruikt. Houd kinderen en dieren uit de buurt van het werkgebied.
•Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door personen
(inclusief kinderen) wiens lichamelijk, sensoriele of mentale vermogen
verminderd is of die geen ervaringof kennis hebben van het apparaat,
tenzij zij geholpen worden door een persoon die over hun veiligheid 
waakt en voor toezicht zorgt of instructies geeft over het gebruik van het 
apparaat.
•Kinderenmoetenondertoezichtstaanomervoortezorgendatzenietmet
het apparaat spelen.
•Plaatsgeenontvlambarevoorwerpenofvoorwerpenvannylonofstofinde
buurten/ofopdecompressor.
•Reinig de machine niet met ontvlambare vloeistoffen of oplosmiddelen.
Gebruik uitsluitend een vochtige doek en controleer of de stekker uit het 
stopcontact is verwijderd.
•Het gebruik vande compressor is strikt beperkt tot de compressie van
lucht. Gebruik de compressor niet voor andere gassoorten.
•De door het apparaat geproduceerde perslucht is zonder speciale
behandelingen niet bruikbaar voor toepassingen op farmaceutisch,
voedings- of gezondheidsgebied en mag niet gebruikt worden voor het
vullen van zuurstofflessen voor duikers.
WERKING
•Deze compressor is gebouwd om met intermitterend bedrijf, zoals 
aangegeven op het plaatje met technische gegevens, te werken, (zo 
betekent bijvoorbeeld S3-25 2.5 minuut bedrijf en 7.5 minuut rust) 
om overmatige oververhitting van de elektromotor te voorkomen. Als 
datmochtgebeuren,grijptdethermischebeveiligingvandemotorindoor
automatisch de elektrische stroom te onderbreken wanneer de temperatuur 
te hoog is. Bij het terugkeren van de normale temperatuuromstandigheden 
start de motor automatisch weer op. 
•Omhetopnieuwopstartenvandemachine te vereenvoudigen, moeten
niet alleen de beschreven handelingen worden uitgevoerd, maar ook
de drukknop op de pressostaat worden bediend: deze moet eerst in de 
uitgeschakelde stand en vervolgens in de ingeschakelde stand worden 
gebracht(fig. 1-2).
•De eenfaseversies zijn voorzien van een pressostaat met een 
luchtafblaasklep met vertraagde sluiting die het starten van de motor 
bevordert: het is dan ook normaal dat bij leeg reservoir gedurende enkele 
seconden nog lucht door deze klep wordt afgeblazen.
•Alle compressoren zijn voorzien van een veiligheidsklep die ingrijpt in geval 
vanonregelmatigewerkingvandepressostaat,zodatdeveiligheidvande
machine is gegarandeerd.
  Het veiligheidsventiel wordt ingesteld over overmatige onderdrukzetting van 
de luchtreservoirs te voorkomen. Dit ventiel wordt in de fabriek afgesteld 
en werkt eerst als de reservoirdruk deze druk bereikt. Tracht niet deze 
veiligheidsinrichting te verstellen of te elimineren.
  Elke aanpassing van dit ventiel kan ernstig letsel veroorzaken. Raadpleeg 
een bevoegd servicecentrum als het nodig is de inrichting te controleren 
of onderhoudswerkzaamheden erop uit te voeren.
•De rode streep op de manometer geeft de maximumbedrijfsdruk van het 
reservoiraan,ennietdegeregeldedruk.
•Tijdens het aansluiten van een pneumatisch gereedschap op een buis met 
persluchtdiedoordecompressorwordtgeleverd,moetdeluchtstroomdie
uit deze buis komt absoluut afgesloten zijn.
•Het gebruik van perslucht voor de verschillende toepassingen die mogelijk 
zijn (opblazen, pneumatische gereedschappen, lakspuiten, wassen met
reinigingsmiddelenuitsluitendopwaterbasisenz.)verondersteltkennisen
inachtneming van de voorschriften die voor de afzonderlijke gevallen gelden.
•Controleer of het luchtgebruik en de maximale bedrijfsdruk van het te gebruiken 
luchtdrukgereedschapenverbindingsleidingen(metdecompressor)geschikt
zijn voor de op de drukregelaar ingestelde druk en met de hoeveelheid door 
de compressor geleverde lucht.
•Toevoerslangenmoetenbijeendruk,hogerdan7bar,meteenveiligheidskabel
(bv.eenstaalkabel)wordenuitgerust.
MONTAGE
2
Voor ingebruikneming het apparaat zeker volledig monteren!
Montage van de wielen
De bijgaande wielen dienen te worden gemonteerd zoals getoond in fig. 3. 
Inopeenvolgingmonteren:a,b,c,d,e.
Montage van het steunvoetje
Monteer het steunvoetje zoals afgebeeld wordt in fig. 4.
Montage van de luchtfilter
Verwijder de transportstop met een schroevendraaier of iets dergelijks en 
schroefdeluchtfilterophetapparaatvast(fig. 5).
Montage van de transportgreep
De transportgreep op de compressor vastschroeven zoals getoond in fig. 
15.
NETAANSLUITING
3
De compressor is voorzien van een netkabel met veiligheidsstekker. Deze 
kan worden aangesloten op elk veiligheidsstopcontact 230 V ~ 50 Hz dat 
beveiligd is door een zekering van 16 ampère. Alvorens het apparaat in 
gebruik te nemen dient u er zich van te vergewissen dat de netspanning 
overeenkomt met de bedrijfsspanning vermeld op het kenplaatje van het 
apparaat. Lange toevoerleidingen alsmede verlengkabels, kabeltrommels
enz. leiden tot spanningsverlies en kunnen het starten van de motor 
beletten. Bij temperaturen onder +5°C start de motor eventueel moeilijk ten 
gevolge van stroefheid.
STARTEN EN GEBRUIK
4
•Controleer de overeenstemming met de gegevens op de typeplaat van de 
compressormetdewerkelijkegegevensvandeelektrischeinstallatie;er
wordteenspanningsvariatievan+/-10% ten opzichte van de nominale
waarde toegestaan.
•Steekdestekkervandestroomkabelineengeschiktstopcontact(fig. 6)
en controleer of de drukknop van de pressostaat op de compressor in de 
uitgeschakeldestand«O»(OFF)staat.
Bewaar deze handleiding voor toekomstige raadpleging