Nederlands–21 609 929 F69 • (04.10) PS
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het
gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het
gereedschap opbergt. Deze preventieve veiligheids#
maatregelen beperken de kans op per ongeluk starten
van het gereedschap.
Bewaar nietgebruikte gereedschappen buiten
bereik van kinderen en personen die geen erva
ring met het gebruik van gereedschappen heb
ben. Gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze
door onervaren personen worden gebruikt.
Verzorg uw gereedschappen zorgvuldig. Houd
de inzetgereedschappen scherp en schoon.
Zorgvuldig onderhouden gereedschappen met scher#
pe inzetgereedschappen kunnen gemakkelijker wor#
den gebruikt en zijn beter onder controle te houden.
Controleer of bewegende gereedschapdelen
correct functioneren en niet vastklemmen en of
onderdelen gebroken of beschadigd zijn die de
werking van het gereedschap kunnen beïnvloe
den. Laat beschadigde delen van het gereed
schap door een erkende klantenservice repare
ren of vervangen voordat u het gereedschap
weer in gebruik neemt. Veel ongevallen hebben hun
oorzaak in slecht onderhouden gereedschappen.
Verander het elektrische gereedschap niet en
gebruik het niet voor andere doelen dan worden
beschreven in het gedeelte „Gebruik volgens be
stemming“. Elke verandering is een vorm van mis#
bruik en kan tot ernstige verwondingen leiden.
Gebruik alleen toebehoren dat door de fabrikant
voor uw gereedschap wordt geactiveerd. Het ge#
bruik van toebehoren dat voor andere gereedschap#
pen is ontwikkeld, kan tot verwondingen leiden.
Service
Laat uw gereedschap alleen repareren door ge
kwalificeerd, vakbekwaam personeel. Reparaties
en onderhoud door ongekwalificeerd personeel kun#
nen tot ongevallen leiden.
Gebruik voor reparaties en onderhoud alleen ori
gineel toebehoren. Houd u aan de voorschriften
in het gedeelte „Onderhoud“ in deze gebruiks
aanwijzing. Het gebruik van niet daarvoor bedoeld
toebehoren of het niet in acht nemen van de voor#
schriften in het gedeelte „Onderhoud“ kan tot een
elektrische schok of tot verwondingen leiden.
2 GEREEDSCHAPSPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR RADIAALZAGEN
Zorg op uw werkplek voor voldoende ruimteverlichting
of voor voldoende verlichting van de werkplek zelf.
Als bij de werkzaamheden de stroomkabel wordt be#
schadigd of doorgesneden, de kabel niet aanraken
maar onmiddellijk de stekker uit het stopcontact trek#
ken. Gebruik het gereedschap nooit met een bescha#
digde kabel.
Draag een veiligheidsbril en gehoorbescherming.
Stof dat tijdens de werkzaamheden ontstaat, kan
schadelijk voor de gezondheid, brandbaar of explosief
zijn. Geschikte beschermingsmaatregelen zijn nood#
zakelijk.
Bijvoorbeeld: sommige soorten stof worden be#
schouwd als kankerverwekkend. Gebruik een ge#
schikte stofafzuiging en draag een stofmasker.
Sluit gereedschap dat buitenshuis wordt gebruikt aan
via een aardlekschakelaar (FI) met een inschakel#
stroom van maximaal 30 mA. Gebruik uitsluitend een
voor gebruik buitenshuis toegelaten verlengkabel.
Geleid de kabel altijd langs de achterzijde van het ge#
reedschap.
Monteer het elektrische gereedschap voor het gebruik
op een egaal en stabiel werkoppervlak.
Ga nooit op het elektrische gereedschap staan. Er
kunnen ernstige verwondingen optreden wanneer het
elektrische gereedschap kantelt of wanneer u per on#
geluk met het zaagblad in aanraking komt.
Zaag alleen materiaal waarvoor het elektrische ge#
reedschap volgens de fabrikant bestemd is.
Zorg ervoor dat tijdens het gebruik de pendelbe#
schermkap naar behoren werkt. Deze moet vrij kun#
nen bewegen en zelfstandig kunnen sluiten; ze mag in
geopende toestand niet worden vastgeklemd.
Gebruik het elektrische gereedschap pas wanneer het
werkoppervlak behalve het te bewerken werkstuk vrij
is van alle instelgereedschappen, houtspanen en der#
gelijke. Kleine stukken hout of andere voorwerpen die
met het ronddraaiende zaagblad in contact komen,
kunnen de bediener met hoge snelheid raken.
Span het te bewerken werkstuk altijd vast. Ondersteun
het vrije einde van een lang werkstuk, bijvoorbeeld
door er iets onder te leggen. Bewerk geen werkstuk#
ken die te klein zijn om te worden vastgespannen.
Laat nooit tijdens de bewerking een andere persoon
het werkstuk vasthouden of ondersteunen. Gebruik al#
tijd een geschikte zaagtafelverlenging of werkstukbe#
vestiging.