Basisprincipes van de bediening
97
NL
» Het apparaat is ontlucht.
8. Vul het bonenreservoir met koe-
bonen (zie hoofdstuk4.3 Het bonen-
reservoir met koebonen vullen, op
pagina11).
9. Indien gewenst, kunt u nu
a) de waterhardheid instellen (zie
hoofdstuk6.3 Waterhardheid instel-
len op pagina104) of
b) een waterlter inschroeven (zie
hoofdstuk7.6 Waterlter gebruiken
op pagina111).
4 Basisprincipes van de
bediening
4.1 Apparaat in- en
uitschakelen
Lees het hoofdstuk3.6 Apparaat de eerste
keer inschakelen op pagina96 voor u het
apparaat voor de eerste keer inschakelt.
Informatie
Bij het in- en uitschakelen voert het
apparaat een automatische spoeling
uit.
Het spoelwater komt ook in het lek-
bakje terecht.
Apparaat inschakelen
1. Plaats een kopje of glas onder de
uitloop.
2. Druk op de "Aan/Uit"-knop (20).
» Het apparaat warmt op en voert een
automatische spoeling uit.
» Het apparaat schakelt om naar de
stand-bymodus.
Informatie
Als het apparaat slechts korte tijd uitge-
schakeld was, wordt na het inschakelen
geen automatische spoeling uitgevoerd.
Apparaat uitschakelen
1. Plaats een kopje of glas onder de
uitloop.
2. Druk op de "Aan/Uit"-knop (20).
» Het apparaat voert een automatische
spoeling uit.
» Het apparaat schakelt nu uit.
Informatie
Het apparaat schakelt automatisch uit,
wanneer het gedurende langere tijd
niet wordt bediend. Ook in dit geval
wordt een automatische spoeling
uitgevoerd.
De uitschakeltijd kunt u instellen in
de servicemodus1 (zie hoofdstuk6.2
Automatische uitschakeling instellen op
pagina103).
Wanneer sinds het inschakelen geen
drank werd bereid of de watertank leeg
is, wordt er geen spoeling uitgevoerd.
4.2 Bonenreservoir vullen met
koebonen
Gebrande koebonen verliezen hun
aroma. Vul het bonenreservoir daarom
niet met meer koebonen dan u de
komende 3 tot 4dagen gebruikt.
OPGELET
Door het gebruik van ongeschikte
koesoorten kan het maalwerk verstopt
raken.
Gebruik geen gevriesdroogde of geka-
ramelliseerde koebonen.
Gebruik geen gemalen koe of instant-
producten.
Informatie
Bij een verandering van de bonensoort
kunnen zich nog resten van de oude
bonensoort in het maalwerk bevinden.
Ook wanneer het bonenreservoir leeg
wordt gemaakt en daarna met een nieuwe
bonensoort wordt gevuld, blijft er altijd
nog een rest van de oude bonensoort in