56
INGEBRUIKNAME
Aansluiting:
Na aansluiting van de voedingskabel is het toestel gebruiksklaar. Zorg ervoor dat alle aansluitingen
worden uitgevoerd door vakpersoneel.
Type Netspanning Zekering Aansluitkabel
DELTA 140E 230V 16A 3x2,5mm
2
DELTA 160E 230V 20A(16A)
1)
3x2,5mm
2
1)
Bij het aansluiten op het lichtnet is slechts 16 A nodig (schuko).
Het toestel zal optimaal functioneren indien de aangegeven spanning aangehouden wordt. Daar-
voor is het belangrijk te weten dat iedere verlenging van aansluitkabels en/of laskabels de maxi-
mum prestaties van de machine kunnen verminderen. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de
elektrische weerstand van de kabel een spanningsval veroorzaakt die direct afhangt van de lengte
van de kabel (zie technische gegevens).
WAARSCHUWING !
Er is een acuut gevaar voor beschadiging van de verlengkabel indien hij opgerold blijft tijdens het
lassen. Deze zal door het magnetisch veld dan te warm worden. Bij gebruik van een verlengkabel
kan deze niet gelijktijdig voor een ander toestel gebruikt worden.
Aansluiten van de laskabels:
Sluit de las- en aardkabel aan de voorkant van de machine aan. Let op dat de stekker 45° gedraaid
moet worden nadat hij is ingestoken. Indien de stekker niet correct is verbonden kan er schade op-
treden door een te grote contactweerstand met als gevolg dat ook het toestel kan beschadigen.
Uitvoering:
Migatronic wijst alle verantwoordelijkheid af indien beschadigde kabels of andere beschadigde
componenten toegepast worden die afwijken en zich niet verhouden tot de toegelaten belasting.
WAARSCHUWING !
Het aansluiten van deze apparatuur op aggregaten kan tot beschadiging van de machine leiden.
Wanneer aangesloten op een aggregaat, kan dit aggregaat grote spanningspieken veroorzaken die
het lasapparaat kunnen beschadigen.
Gebruik alleen frequentie en spanningsstabiele aggregaten, de zgn. asynchrone modellen.
Schade aan de lasapparatuur veroorzaakt door het gebruik op het verkeerde model aggregaat valt
niet onder de garantie.
Gebruik van de machine:
Bij het lassen met de DELTA 140E/160E zullen sommige componenten van het toestel opwarmen
die gedurende de rustperiodes weer afkoelen.
Bij normaal gebruik is het niet mogelijk de machine te overbelasten. Er kan met het apparaat, bij
een stroominstelling van 85A bij het elektrodelassen met de DELTA 140E, en 100 Amp. bij de
DELTA 160E, continue gelast worden.
Wordt de machine hoger dan 85A/100A ingesteld, dan zullen er afkoelingsperiodes nodig zijn.
Hogere lasstromen maken langere afkoelingsperiodes noodzakelijk.