Roger Technology H70/105AC - Functietoetsen en Display; Inschakeling en Inbedrijfsstelling

203
NL
CONTACT BESCHRIJVING
H70/105AC
29 34 35
COM
30 3231
FC2
24V
FC1
33
-RKERKIR2'ZSSVEERWPYMXMRKIMRHWGLEOIPEEVZSSVSTIRMRKIRWPYMXMRKƼK
+IFVYMOZSSVHIEERWPYMXMRKXYWWIRIMRHWGLEOIPEEVIRVIKIPIIRLIMHIIROEFIP\QQ².
Na de activering van de eindschakelaar wordt de poort gestopt.
De ingang 24 V~ wordt alleen gebruikt om de magnetische eindschakelaars ROGER TECHNOLOGY
te voeden.
De magnetische eindschakelaar ROGER TECHNOLOGY is voorbereid met een plug-in connector.
-RHMIRQIRHIVIKIPIIRLIMH,%'KIFVYMOXWRMNHHERHIGSRRIGXSVEJIRWPYMXHIHVEHIREER
^SEPWEERKIKIZIRMRƼK
OPMERKING: MRHMIRHIIMRHWGLEOIPEEVWRMIXEER[I^MK^MNRSJRMIXKIFVYMOX[SVHIRHIGSRXEGXIR
FC-COM NIET overbruggen.
De functie van de eindschakelaars hangt af van de selectie van de parameter  ( uitgebreidde
modus).

FC1 = Eindschakelaar voor opening FC1 = Eindschakelaar voor sluiting

FC1 = Eindschakelaar voor sluiting FC2 = Eindschakelaar voor opening
29
+5V
34
ENC
35
COM
-RKERKIRZSSVEERWPYMXMRK)2'3()663+)68)',2303+=ƼK
Als default is de encoder van het optische type geactiveerd ().
OPGELET! De kabel van de encoder mag enkel los- en vastgekoppeld worden wanneer de voeding
afwezig is.
RECEIVER CARD
Stekker voor ontvanger met koppeling.
(IVIKIPIIRLIMHLIIJXEPWJEFVMIOWMRWXIPPMRKX[IIJYRGXMIWZERHIEJWXERHWFIHMIRMRK
– PR1 - bediening stap-stap (wijzigbaar door de parameter 76).
– PR2 - bediening gedeeltelijke opening (wijzigbaar door de parameter 77).
8 Functietoetsen en display
PROG
UP
DOWN
TEST
TOETS BESCHRIJVING
UP
a
Volgende parameter
DOWN b
Vorige parameter
+
Toename met 1 van de waarde van de
parameter
-
Afname met 1 van de waarde van de
parameter
PROG Lering van de slag
TEST Activering van de TEST modus
• Druk op de toetsen UP c en/of DOWN b om de te wijzigen parameter weer te geven.
• Gebruik de toetsen + en - om de waarde van de parameter te wijzigen. De waarde begint te knipperen.
• Houd de toets + of de toets -MRKIHVYOX^SHEXHI[EEVHIWRIPSZIVPSTIR[SVHIRIRHI[MN^MKMRKWRIPPIVOERYMXKIZSIVH
worden.
• 3QHIMRKIWXIPHI[EEVHIXIFI[EVIRQSIXIROIPIWIGSRHIRKI[EGLX[SVHIRSJQSIXIIRERHIVITEVEQIXIVFIVIMOX
worden met de toetsen UP a of DOWN b(I HMWTPE]ORMTTIVXWRIP[EXEERHYMHX HEXHIRMIY[IMRWXIPPMRK[SVHX
opgeslagen.
• De waarden kunnen enkel gewijzigd worden wanneer de motor niet draait. De raadpleging van de parameters is altijd
mogelijk.
9 Inschakeling en inbedrijfsstelling
Schakel de stroomtoevoer naar de regeleenheid in.
De status van bediening en de veiligheidsstatus verschijnt op het display. Zie hoofdstuk 7.