221
NL
16 Signalering alarmen en storingen
PROBLEEM
ALARMSIGNALERING
MOGELIJKE OORZAAK INGREEP
De poort wordt niet
geopend of niet ge-
sloten.
LED POWER
uit
Geen stroomtoevoer. Controleer de stroomkabel.
LED POWER
uit
Verbrande zekeringen. Vervang de zekering. Er wordt aanbevolen om
de zekeringen enkel te verwijderen en opnieuw
te plaatsen wanneer de netspanning is uitge-
schakeld.
:SSVFIIPH
HH
HH
*SYXMRHIGSRƼKYVEXMITEVEQIXIVW 7XIP HI GSRƼKYVEXMI[EEVHI GSVVIGX MR IR FI-
waar ze.
D&
knipperlicht
Zekering F2 losgekomen of bescha-
digd. De accessoires zijn niet gevoed.
Plaats de zekering F2 weer correct of vervang
hem.
De procedure van de
lering wordt niet vol-
tooid.
$3 3(
De toets TEST werd onterecht inge-
drukt.
Herhaal de procedure van de lering.
De veiligheden zijn in alarm gesteld. Druk op de toets TEST en controleer de veili-
gheid/en die in alarm is/zijn en de respectieve-
lijke aansluitingen van de veiligheden.
De radiobediening
heeft weinig bereik
en werkt niet wanne-
er de automatisering
in beweging is.
De radiotransmissie wordt belem-
merd door metalen structuren of
muren van gewapend beton.
Installeer de poortvleugelsnne.
Batterijen leeg. Vervang de batterijen van de radiobediening.
Het knipperlicht
werkt niet.
Lampje / LED verbrand of draden
knipperlicht losgekoppeld.
Controleer het LED circuit en/of de draden.
De controlelamp van
'poort geopend' werkt
niet.
Lampje verbrand of draden losgekop-
peld.
Controleer het lampje en/of de draden.
De poort voert het
gewenste manoeuvre
niet uit.
Draden motor omgekeerd. Keer de twee draden op de klemmen X-Y-Z of
Z-Y-X om.
OPMERKING(VYOSTHIXSIXW8)78HIEPEVQWMKREPIVMRK[SVHXXMNHIPMNOKI[MWX
;ERRIIVIIRFIHMIRMRK[SVHXSRXZERKIREPWLIXTVSFPIIQRMIXMWSTKIPSWXZIVWGLMNRXHIEPEVQWMKREPIVMRKSTHIHMWTPE]
17 Mechanische deblokkering (enkel voor H70/104AC)
-RHMIRWTERRMRKSRXFVIIOXMWLIXQSKIPMNOSQHITSSVXXIHIFPSOOIVIR
zoals is aanegduid in de handleiding voor het gebruik en het onderhoud
ZERHIEYXSQEXMWIVMRK,1+)SJ6
;ERRIIVHIWTERRMRK[SVHXLIVWXIPHIRHIIIVWXIFIHMIRMRK[SVHXSRXZERKIR
start de regeleenheid een manoeuvre van opening in de modus van terugwinning
positie (zie hoofdstuk 18). De inschakeling van een van de twee eindschakelaars
staat de onmiddellijke recuperatie van de positie toe.
18 Modus terugwinning positie
2EIIRWXVSSQWXSVMRKSJRE LIXSRXKVIRHIPIRZERHIQSXSVSJ REHVMIOIIV
achter elkaar in dezelfde positie een hindernis gedetecteerd te hebben (met
KIEGXMZIIVHIIRGSHIVWXEVXHIFIWXYVMRKWIIRLIMHFMNLIXIIVWXIGSQQERHS
een manoeuvre in de modus positieterugwinning.
De manoeuvre voor positieterugwinning gebeurt aan lage snelheid. Het
knipperlicht wordt geactiveerd met een andere sequentie dan de normale
[IVOMRKWEERWYMX