53
NL
Instelling van de eindstanden
of
1. Beweeg de aandrijving met de OP- of
NEER-toets omhoog. De juiste draai-
richting wordt toegewezen aan het
einde van de eindstand instelling.
2. De aandrijving komt tegen de bo venste
aan slag en stopt automatisch.
3. Blijf de toets ingedrukt houden of druk
nogmaals op een van de activerings-
knoppen. De aandrijving beweegt nu
automatisch neerwaarts.
4. De aandrijving komt tegen de onderste
begrenzing aan en stopt automa-
tisch.
5. De eindstanden zijn nu definitief in -
gesteld en de draairichting is correct
toe gewezen. Test nu de installatie uit.
Instelling met
schakelaar
Beweging van
de aandriving
Instelling met
instelschakelaar
4.4.1. Automatische instelmodus
¨ in bedrijf onder punt, boven aanslag/ontlasting
Een tweevoudige onderbreking van de beweging duidt op de automatische instel-
modus. De aandrijftypes SEL Plus en SES vinden de eindpunten automatisch. Hiervoor
moet een aandrijving altijd eerst tegen de bovenste aanslag komen en vervolgens
zolang naar beneden totdat hij automatisch wordt uitgeschakeld.