Uw apparaat leren kennen nl
87
Symbool Verwarmingsme-
thode of functie
Temperatuur of stand Gebruik
Grill, groot Grillstanden:
1 = laag
2 = gemiddeld
3 = hoog
Platte grillstukken, bijv. steaks, worstjes of toast grillen,
of om te gratineren. Het hele oppervlak onder de grill
wordt heet.
Circulatieluchtgrill 50-280°C Vlees, gevogelte en hele vis braden. De ventilator wervelt
de hete lucht rond het gerecht.
Boven/ onder-
warmte Eco
50-280°C Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten
(bijv. vlees, groente) op één niveau, zonder voorverwar-
men. De verwarmingsmethode is niet geschikt voor ge-
rechten die bij het bakken moeten rijzen (bijv. brood).
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van
het energieverbruik in de conventionele modus en de
energie-efficiëntieklasse gebruikt.
Boven- en onder-
warmte
50-280°C Gebak, ovenschotels en magere braadstukken bereiden.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Reiniging
→"Reinigingsfunctie", Pagina95
4.3 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Inschuifhoogtes
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes.
Schuif de accessoire altijd tot aan de aanslag er in, zo-
dat het accessoire de deurruit niet raakt. Het accessoi-
re op de juiste manier in de binnenruimte schuiven.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, gaat de verlichting
van de binnenruimte aan. Wanneer de apparaatdeur
geopend blijft, dan schakelt de verlichting na een korte
tijd weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de verlichting van de
binnenruimte in zodra het gebruik wordt gestart. Wan-
neer de werking beëindigd is, gaat de verlichting uit.
Opmerking:Bij de functie Eco Boven/ onderwarmte
wordt de verlichting van de binnenruimte na ca. 1 mi-
nuut automatisch uitgeschakeld. U kunt de verlichting
van de binnenruimte met inschakelen.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur van het apparaat.
LET OP!
Door het afdekken van de ventilatiesleuven raakt het
apparaat oververhit.
▶ Dek de ventilatiesleuven niet af.
Om ervoor te zorgen dat na gebruik de binnenruimte
sneller afkoelt, loopt de koelventilator een bepaalde tijd
na.
Apparaatdeur
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Zodra u de deur sluit,
wordt de werking hervat.
Om ervoor te zorgen dat de apparaatdeur niet het in-
bouwmeubel raakt, opent de apparaatdeur iets minder
dan 90°.
Condensvorming
Hier leest u hoe condens ontstaat, hoe u schade kunt
voorkomen en hoe u condensvorming kunt reduceren.
Bij de bereiding van levensmiddelen kan er veel water-
damp ontstaan in de binnenruimte. Omdat het appa-
raat zeer energie-efficiënt is, komt er tijdens het gebruik
slechts weinig warmte naar buiten. Door de hoge tem-
peratuurverschillen tussen de binnenruimte van het ap-
paraat en de buitenste apparaatonderdelen kan con-
densvorming optreden bij de apparaatdeur, het bedie-
ningspaneel of aangrenzende meubelfronten. De vor-
ming van condens is een normaal natuurkundig ver-
schijnsel.
Veeg om schade te voorkomen het condens af. Wan-
neer er zich condenswater in de lekgoot verzameld, het
condenswater met een spons verwijderen. Een overlo-
pende lekgoot kan het inbouwmeubel beschadigen.
Laat het apparaat met geopende apparaatdeur drogen.
Als u het apparaat voorverwarmt, wordt er minder con-
dens gevormd.