Afvoeren nl
99
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Op het display knip-
pert : .
Stroomvoorziening is uitgevallen.
▶
Stel de tijd in.
→"Voor het eerste gebruik", Pagina89
Verlichting van de
binnenruimte werkt
niet.
De functie Boven/ onderwarmte zacht is geactiveerd.
▶
Bij deze functie is de verlichting van de binnenruimte uitgeschakeld.
Lamp van de binnenruimte is defect.
▶
Vervang de lamp in de binnenruimte.
→"Lamp van de binnenruimte vervangen", Pagina94
In de oven bereide
gerechten verbran-
den in korte tijd.
Thermostaat is defect.
▶
Neem contact op met de
→"Servicedienst", Pagina100.
Deurruiten zijn besla-
gen
Normaal verschijnsel dat is gebaseerd op de temperatuurverschillen die zich voordoen.
▶
Verhit het apparaat op 100°C en schakel het apparaat na 5minuten uit.
Ingeschakeld appa-
raat kan niet worden
bediend. Op het dis-
play brandt .
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
▶
Deactiveer het kinderslot.
→"Kinderslot deactiveren", Pagina91
Display is bevroren of
reageert niet.
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
▶
Deactiveer het kinderslot.
→"Kinderslot deactiveren", Pagina91
Storing
1.
Schakel daarbij ook de zekering in de meterkast uit.
2.
Schakel de zekering na ca. 10seconden in.
3.
Als de functiestoring opnieuw optreedt, neem dan contact op met de klantenservice.
Apparaatdeur kan
niet worden geopend.
Op het display brandt
.
Apparaatdeur is vergrendeld, totdat de binnenruimte is afgekoeld.
▶
Wacht tot de binnenruimte is afgekoeld en dooft.
Deurruiten voelen
warmer aan dan
voorheen, nadat de
deurruiten voor reini-
ging werden gede-
monteerd.
Deurruiten verkeerd op teruggeplaatst.
▶
Controleer of de deurruiten correct zijn geplaatst.
→"Deurruiten inbouwen", Pagina97
Koelventilator blijft
draaien na gebruik.
Geen storing. De koelventilator blijft draaien, totdat de in de basisinstellingen gekozen tem-
peratuur is bereikt.
→"Basisinstellingen", Pagina91
Condenswater op de
apparaatdeur of con-
denswater lekt.
Apparaatdeur sluit niet goed.
▶
Controleer of de apparaatdeur goed is geïnstalleerd en goed sluit.
→"Apparaatdeur", Pagina97
Verontreiniging van de afdichting.
1.
Controleer of de afdichting is verontreinigd, beschadigd of verkeerd zit.
2.
Reinig of vervang de afdichting of let erop dat deze goed zit.
Normale condensvorming.
→"Condensvorming", Pagina87
Op het display ver-
schijnt een melding
met .
Storing
▶
Zet de functiekeuzeknop op de nulstand.
Wanneer de foutmelding weer verschijnt, neem dan contact op met de klantenservice.
Afvoeren
16 Afvoeren
Afvoeren
16.1 Afvoeren van uw oude apparaat
Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen opnieuw worden gebruikt.
▶
Voer het apparaat milieuvriendelijk af.
Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor
kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoer-
methoden.