Inbedrijfstelling
Climate 6000i – 6721838270 (2021/08)
118
▶ Afdekkingen weer bevestigen.
▶ Kabel naar de buitenunit leiden.
3.5.3 Buitenunit aansluiten
Op de buitenunit wordt een stroomkabel (3-aderig) en de communica-
tiekabel naar de binnenunit (5-aderig) aangesloten. Gebruik kabel van
het type H07RN-F met voldoende aderdiameter en zeker de netaanslui-
ting met een zekering ( tab. 8).
Tabel 8
▶ Schroef verwijderen en de afdekking van de elektrische aansluiting
afnemen ( afb. 21).
▶ Communicatiekabel via de trekontlasting zekeren en op de klemmen
W, 1(L), 2(N), S en aansluiten (toekenning van de aders aan de
aansluitklemmen als bij de binnenunit) ( afb. 22).
▶ Stroomkabel via de trekontlasting zekeren en op de klemmen L, N en
aansluiten.
▶ Afdekking weer bevestigen.
4 Inbedrijfstelling
4.1 Checklist voor de inbedrijfname
Tabel 9
4.2 Werkingscontrole
Na uitgevoerde installatie met dichtheidstest en elektrische aansluiting
kan het systeem worden getest:
▶ Voedingsspanning tot stand brengen.
▶ Binnenunit met de afstandsbediening inschakelen.
▶Druk op de toets Mode om de koelmodus (') in te stellen.
▶Pijltoets (/) indrukken tot de laagste temperatuur is ingesteld.
▶ Koelmodus 5 minuten lang testen.
▶Druk op de toets Mode om het verwarmen (%) in te stellen.
▶Pijltoets (.) indrukken tot de hoogste temperatuur is ingesteld.
▶ Verwarmingsmodus 5 minuten lang testen.
▶ Bewegingsvrijheid van de luchtgeleidingsplaat waarborgen.
Bij een kamertemperatuur onder 17 °C moet de koelmodus handmatig
worden ingeschakeld. Deze handbediening is alleen bedoeld voor testen
en noodgevallen.
▶ Normaal gesproken altijd de afstandsbediening gebruiken.
Om de koelmodus handmatig in te schakelen:
▶ Binnenunit uitschakelen.
▶ Met een dun object tweemaal de toets voor handmatige koelmodus
indrukken ( afb. 23).
▶Toets Mode van de afstandsbediening indrukken, om de handmatig
ingestelde koelmodus te verlaten.
In een systeem met multisplit-airconditioning is handbediening niet mo-
gelijk.
4.3 Overdracht aan de eigenaar
▶ Wanneer het systeem is ingesteld, de installatie-instructie aan de
klant overhandigen.
▶ De klant de bediening van het systeem aan de hand van de gebruik-
sinstructie uitleggen.
▶ Adviseer de klant, de gebruiksinstructie zorgvuldig te lezen.
5 Storingen verhelpen
5.1 Storingen met weergave
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan, kan een
elektrische schok veroorzaken.
▶ Onderbreek voor werkzaamheden aan elektrische delen de voe-
dingsspanning over alle polen (zekering, vermogensautomaat) en be-
veilig tegen onbedoeld herinschakelen.
Wanneer tijdens gebruik een storing optreedt, toont het display een sto-
ringscode (bijvoorbeeld EH 02).
Wanneer een storing langer dan 10 minuten optreedt:
▶ Voedingsspanning gedurende korte tijd onderbreken en de binnen-
unit weer inschakelen.
Wanneer een storing niet kan worden opgelost:
▶ Contact opnemen met de servicedienst en de storingscode en de toe-
stelgegevens doorgeven.
Buitenunit Netzekering Aderdiameter
Stroomkabe
l
Communicatieka
bel
CL6001i 26 E 13 A ≥ 1,5 mm
2
≥1,5mm
2
CL6001i 35 E 13 A ≥ 1,5 mm
2
≥1,5mm
2
CL6001i 53 E 16 A ≥ 1,5 mm
2
≥1,5mm
2
CL6001i 70 E 20 A ≥ 2,5 mm
2
≥2,5mm
2
1 Buitenunit en binnenunit zijn correct gemonteerd.
2 Buizen zijn correct
• aangesloten,
•geïsoleerd,
• op dichtheid getest.
3 Correcte condensafvoer is uitgevoerd en getest.
4 Elektrische aansluiting is correct uitgevoerd.
• Voedingsspanning ligt binnen het normale
bereik
• Randaarde is correct aangebracht
• Aansluitkabel is vast op de klemmenstrook
aangesloten
5 Alle afdekkingen zijn aangebracht en bevestigd.
6 De luchtgeleidingsplaat van de binnenunit is correct
gemonteerd en de stelaandrijving is vastgeklikt.