211
NL
cod. 3542B380 - Rev 00 - 05/2022
6.2.1 KALIBRATIE VAN DE TEMPERATUURSENSOR VAN DE CONNECT CRP
De meting van de omgevingstemperatuur kan op de Connect CRP worden gecorrigeerd door een offset in te voeren van
-6 °C tot +6 °C,
in stappen van 0,1°C.
Standaard is deze waarde ingesteld op 0,0°C.
1. Open het menu “TECHNISCH” (Zie”6.1 Toegang tot het menu TECHNISCH” op pag. 209)
2. Volg het pad “MENU >> TECHNISCH >> INSTALLATIE >> SENSORKALIBRATIE”
3. Wijzig met de toetsen
en de offset van de gemeten temperatuur: boven de waarde van de offset is nu de nieu-
we temperatuur zichtbaar die gemeten is door de Connect CRP.
4. Druk op de toets
om de waarde te bevestigen
6.3 MENU TECHNISCH - TYPE SYSTEEM
Selecteer met de toetsen en het menu TYPE SYS-
TEEM en bevestig met de toets
.
TECHNISCH
DIGITALE INGANGEN
INSTALLATIE
HET TYPE SYSTEEM
afb. 67
Vanuit dit menu kan het type systeem worden ingesteld dat de Connect CRP zal beheren. De volgende instellingen zijn
mogelijk:
VOLLED. ELECTRISCH
Monoblok of gesplitste warmtepomp, met of zonder
boiler en zonder ondersteunende verwarmingsketel
HYBRID H
Hybride systeem voor verwarming/koeling van de
omgeving en productie van warm tapwater, be-
staande uit een warmtepomp en ondersteunende
verwarmingsketel, met of zonder boiler
HYBRID C
Hybride systeem voor verwarming/koeling van de
omgeving, bestaande uit een warmtepomp en on-
dersteunende geiser. Het warme water wordt uitslui-
tend geproduceerd met de ketel.
NB
Kies het juiste model om het systeem goed in te stellen.
6.4 MENU TECHNICUS - DIGITALE INGANGEN
Selecteer met de toetsen en het menu “Digitale
ingangen” en bevestig met de toets
.
Vanuit dit menu kan de functie “Digitale ingangen” in- en
uitgeschakeld worden.
NB Voor een goede conguratie moet de systeemcon-
guratie nauwgezet worden aangehouden.
TECHNISCH
DIGITALE INGANGEN
INSTALLATIE
HET TYPE SYSTEEM
afb. 68