37
6. Bedrijf
6.1 Normaal bedrijf
Bij kleine lekkages in het systeem, zal de pomp
starten.
Opmerking: Indien er geen water toevoer meer is,
zal de pomp nadat de toevoer op gang is gekomen
automatisch herstarten.
6.2 Droogloop
6.3 Bescherming tegen vorst
Als de pomp tijdens vorst niet in bedrijf is, dienen
maatregelen te worden genomen om vorstschade te
voorkomen.
De unit heeft geen aftapplug en dient voor afwatering
verwijderd te worden.
7. Technische gegevens
* De technische gegevens kunnen gelimiteerd worden door de pompgegevens. Zie de installatie- en
bedieningsinstructies voor de pomp.
Stap Actie
1 Draai een kraan open.
2
De unit start de pomp.
De pomp blijft draaien zolang er water
gebruikt wordt.
3 Draai de kraan dicht.
4
De unit stopt de pomp als de maximale
pompdruk bereikt is.
5 De unit is gereed voor bedrijf.
Stap Actie
1
Droogloop!
De unit stopt de pomp na ongeveer
10 seconden.
PC/MC: Het rode signaallampje licht op.
EC: Geen signaallampje.
2
Waterdebiet!
Druk op Reset/Restart.
3 De unit is gereed voor bedrijf.
Data EC PC MC
Voedingsspanning 1 x 230 V ±10 %, 50/60 Hz
Omgevingstemperatuur +65 °C +65 °C +65 °C
Maximum vloeistoftemperatuur +60 °C +65 °C +65 °C
Inschakeldruk*
EC 15: 1,5 bar
EC 22: 2,2 bar
PC 15: 1,5 bar
PC 22: 2,2 bar
MC 15: 1,5 bar
MC 22: 2,2 bar
Max. systeemdruk 1 MPa (10 bar) 1 MPa (10 bar) 1 MPa (10 bar)
Amperage 6 A 8 A 16 A
Beschermingsklasse IP 65 IP 65 IP 65
Dimensions Zie fig. A, pag. 77