12
Functies van het apparaat
A. De toets FUNC. SET: Super Freeze-,  
ijs-, Fuzzy-, vakantie- en vergrendelingsfunctie 
selecteren.
B. De toets OK: de geselecteerde functie uit- of 
inschakelen.
C. De toets FRZ. TEMP: de vriestemperatuur 
aanpassen.
D. De toets REF. TEMP: de koeltemperatuur 
aanpassen.
E. Displaypictogram vriestemperatuur F. Displaypictogram koeltemperatuur
H. HOLIDAY-pictogram I.  FUZZY-pictogram  J. ICE-pictogram
K. S-Frz-pictogram L. LOCK-pictogram
1. Vakantiefunctie
Druk als de toetsen zijn ontgrendeld op de toets FUNC. SET. Selecteer de vakantiefunctie. Het 
HOLIDAY-pictogram gaat nu knipperen. Druk op de toets FUNC. SET. Het HOLIDAY-pictogram 
verschijnt. Als u de vakantiefunctie wilt verlaten, drukt u op de toets FUNC. SET en selecteert  
u de vakantiefunctie. Het HOLIDAY-pictogram blijft knipperen. Houd de toets FUNC. SET vast.  
Het HOLIDAY-pictogram verdwijnt en de vakantiefunctie wordt afgesloten.
Let op
Maak het koelgedeelte leeg voordat u de vakantiefunctie selecteert om morsen 
te voorkomen.
2. Fuzzy-instelling
In de Fuzzy-status wordt de temperatuurinstelling automatisch aangepast aan de 
omgevingstemperatuur en aan de temperatuur binnen in de koelkast.
Er is geen handmatige bediening vereist. Druk in de ontgrendelde status op de toets FUNC. 
SET. Selecteer de Fuzzy-functie. Het FUZZY-pictogram knippert. Druk op de toets FUNC. SET. 
Het FUZZY-pictogram wordt getoond en de functie wordt geactiveerd. Als u de Fuzzy-functie wilt 
verlaten, drukt u op de toets FUNC. SET en selecteert u de Fuzzy-functie. Het FUZZY-pictogram 
blijft knipperen. Druk op de toets FUNC. SET. Het FUZZY-pictogram verdwijnt en de Fuzzy-functie 
wordt afgesloten.