P/N 1070251 (ML) • REV G • ISS 01APR16 35 / 48
instellingen te accepteren en naar het volgende item te
verplaatsen.
1. DGP Address: selecteert het aantal in- en uitgangen dat
wordt gebruikt. Beschikbare instellingen zijn:
• 1 DGP Address: Maakt het mogelijk om max. 16 ingangen
/ uitgangen aan te sluiten. Weergegeven als "DGP: n"
waarbij n het geselecteerde DI-adres is in menu 1, DGP
Status (standaardinstelling).
• 1 DGP+expansion: Maakt het mogelijk om max. 32
ingangen / 16 uitgangen aan te sluiten. Weergegeven als
"DGP: n + expansion" waarbij n het geselecteerde DI
adres is in menu 1, DGP Status.
• 2 DGP Addresses: Maakt het mogelijk om max. 32
ingangen / uitgangen aan te sluiten, maar vereist dat de DI
polling wordt ingeschakeld voor het DI adres en het DI
adres + 1. Weergegeven als "DGP: n + m" n is het
geselecteerde DI adres en m is het adres + 1 in menu 1,
DGP-Status.
2. Battery load: Selecteer deze optie als de accu
belastingsweerstand moet worden ingeschakeld op uitgang 8.
Het zal vervolgens de accu testen volgen en een extra 68 Ω
toevoegen als belasting tijdens de test. Deze optie is vereist
voor de regelgeving (SKAFOR). Standaard is deze
uitgeschakeld.
Opmerking: De instelling dient overeen te komen met de
positie van de accu belastingsweerstand jumper (Figuur 4,
item 5).
3. Mains check: Activeer/deactiveer netspanningsbewaking.
Instellen op OFF in het geval er geen netspanning wordt
gebruikt om te voorkomen dat storing netspanning wordt
gemeld. Standaard is ON.
4. Extended mode: Om anti-mask-detectie te activeren is het
noodzakelijk om Extended-modus te selecteren. Standaard
modus is nodig voor backwards compatibiliteit. Standaard is
Extended mode.
5. Static outputs: Selecteer of statische uitgangen (max. 8.) of
geklokte uitgangen (max. 32, afhankelijk van de DI
configuratie) wordt ondersteund. Standaard is Static-
uitgangen.
Menu 4, Factory reset
Gebruik dit menu om DI configuratie terug te zetten naar
fabrieksinstellingen.
Problemen oplossen
In geval van een zeer lage of geen uitgangsstroom kan de DI
een voedingsfout aangeven. Om het probleem op te lossen
controleert u het volgende:
1. De hulpvoedingspanning is afgeregeld op 13.8 VDC
(zonder belasting aangesloten op de hulpvoeding en accu
aangesloten).
2. Stroomverbruik is ten minste 0,1 A wanneer de accu is
aangesloten. Zie “Menu 1, DGP status” op pagina 34 voor
meer details.
Plaats vier 1 kΩ weerstanden parallel over de hulpvoeding
uitgang (zie item 9 in figuur 4) wanneer bovenstaande
aanbevelingen niet voldoen.
Technische specificaties
Netspanningspecificaties
Voedingsspanning moederbord
Voedingspecificaties
Minimum: 9.5 V
Nominaal: 13.8 V 0.2 V
Maximum: 14.4 V 0.2 V
2.9 A max. @ 13.8 V 0.2V
Hulpspanning voorziening (J14) [2]
13.8 V 0.2 V
Voor stroomwaarden zie
onderstaande tabel
Accu aansluiting (J17 – BAT)
13.8 V 0.2 V
Voor stroomwaarden zie
onderstaande tabel
Accu uitvoering en max. capaciteit [3]
Loodzuur oplaadbaar 2 x
25 Ah 12 V nom. (BS129)
Stroomverbruik moederbord
Maximale spanning van voedingsbron,
hulpvoeding uitgang en accu-uitgang
Minimale spanning (bij opladen accu)
van voeding, hulpvoeding uitgang en
accu uitgang [4]
Diepontlading bescherming
Maximale rimpelspanning Vpp [5]
Nominaal: 100 mV (alle)
Maximum: 300 mV (alle)
Overspanningstrigger waarde
[1] Minimale spanning alleen wanneer de netspanning is
losgekoppeld en het systeem op de accu draait.
[2] Maximale permanente stroom naar apparatuur buiten de
controleapparatuur in de afwezigheid van alarmcondities (EN-
mode).
[3] De specificaties afhankelijk van de accu capaciteit. Gebruikte
accu’s zijn: 7.2 Ah, 12 V nominaal (BS127) / 18 Ah, 12 V
nominaal (BS131) / 25 Ah, 12 V nominaal (BS129N).
[4] Een specifieke foutmelding wordt gegenereerd bij elke storing.
[5] Maximale rimpelspanning wanneer lege accu wordt opgeladen.
Beschikbare Aux/Accu stroom gebaseerd op backup
N/P: Niet toegestaan, NA: Niet beschikbaar, DT: Ontlaadtijd,
CT: Oplaadtijd
To Next Page
Loading...
