7.6 Vet maaielementen vervangen
Vervang het vet in de maaielementen elke 500 werkuren of na
iedere 1000 hectaren.
Volg hiervoor onderstaande aanwijzingen op.
- Verwijder de maaischijf.
- Neem het lagerhuis A (fig. 26) van het element. Let erop
dat de vulringen B op hun plaats blijven.
Wanneer meerdere lagerhuizen tegelijk worden gede-
monteerd, dient ervoor te worden gezorgd dat de lager-
huizen later op de oorspronkelijke elementen worden
teruggeplaatst.
- Verwijder het vet uit het element. Gebruik geen oplos-
middel omdat dit de afdichting van de lagers kan aantasten
en/of de vetvulling uit de lagers kan spoelen.
- Vul het element met 95 gram vet .
(vet-classificatie NLGI 0, type calcium-lithium zeep of
lithium zeep / Shell Alvania WR 0)
Pas de hoeveelheid vet nauwkeurig af. Afwijking van de
hoeveelheid kan oververhitting en schade aan het
element tot gevolg hebben.
- Plaats het lagerhuis op het element. Draai de naaf C
(fig. 26) zodanig dat deze in lijn staat met de naaf van het
naastliggende element (fig. 27).
- Breng Loctite 243 aan op de draad van de cilinder-
kopschroeven en draai deze vast met een aanhaalmoment
van 40 Nm (4kgm).
- Controleer of de O-ring (fig. 27) zich in het drukstuk
bevind.
- Monteer de maaischijf. Zet de kroonmoer vast met een
aanhaalmoment van 150-250 Nm (15-25 kgm)(fig. 27).
Borg de kroonmoer met een splitpen. Zorg ervoor dat de
splitpen niet boven het drukstuk uitsteekt.
19
!
26
20 Nm (2 kgm)/36 Nm (3,6 kgm)
0.095 kg
NLGI 0
C
A
B
27
150-250 Nm (15-25 kgm)
!
D