EasyManua.ls Logo

Roland f-20 - Diverse Functie-Instellingen (Function Mode); De Toonhoogte Afstemmen Op andere Instrumenten; Master Tuning; De Toonhoogte Van Het Klavier Veranderen (Transpose)

Roland f-20
76 pages
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Geavanceerde functies
7
Deutsch Français Italiano Español Português NederlandsEnglish
3
ingedrukt houden
OFF
240 min.
30 min.
10 min.
1
0
13
+2
15
-1
12
-3
10
-5
8
+4
5
3
1
+5
6
OFF
Ad-Hoc OFF
OFF
V-LINK
ON
MELLOW
BRIGHT
+
+
440,0 Hz
2
+1
14
-2
11
-4
9
4
-6
7
2
+3
16
PAIR
Ad-Hoc ON
OFF
NORMAL
DEFAULT
MVC
Auto O (p. 5)
USB Memory Mode
Twin Piano (p. 6)
Wireless LAN (p. 8)
Local Control
Brilliance (p. 6)
Ambience (p. 6)
Visual Control-modus
Transponeren
MIDI
Transmit Channel
Master Tuning
Diverse functie-instellingen (Function Mode)
Als u instellingen wilt maken in de functiemodus, moet u de [PIANO]-knop ingedrukt houden terwijl u op de [KEY TOUCH]-knop drukt
en vervolgens op een van de toetsen in de afbeelding drukken.
De instelling van de USB-stick wijzigen (USB Memory Mode)
Soms wanneer de USB-stick op de USB MEMORY-poort is aangesloten, kan het langer duren voordat de
gegevens geladen zijn of het laden van de gegevens kan mislukken. In dit geval kunt u het probleem
mogelijk oplossen door de instelling van de USB MEMORY-modus op “1” te zetten. Deze instelling staat op
“2” wanneer het apparaat de fabriek verlaat. Normaal moet u deze instelling niet maken of wijzigen.
* Nadat u deze instelling hebt gewijzigd, moet u het apparaat uitschakelen en vervolgens opnieuw
inschakelen. De nieuwe instelling wordt van kracht wanneer het apparaat opnieuw wordt ingeschakeld.
De toonhoogte afstemmen op andere instrumenten (Master Tuning)
Wanneer u samen met andere instrumenten speelt (of in andere gevallen), kunt u de standaardtoonhoogte
afstemmen op die van een ander instrument.
De standaardtoonhoogte verwijst meestal naar de toonhoogte van de noot die gespeeld wordt als u
de middelste A-toets aanslaat. Voor een zuiverder ensemblegeluid tijdens het samenspelen met een of
meerdere instrumenten, dient u ervoor te zorgen dat de standaardtoonhoogte van elk instrument gelijk is.
Dit stemmen van alle instrumenten volgens een standaardtoonhoogte wordt “Master Tuning” genoemd.
U kunt de stemming regelen binnen het bereik van 415,3 Hz–440,0 Hz (standaard)–466,2 Hz (in stappen van
0,1 Hz).
De toonhoogte van het klavier veranderen (Transpose)
Met de Transpose-functie kunt u het klavier in stappen van een
halve toon transponeren.
Als een song bijvoorbeeld de toonsoort E majeur heeft en u
de song wilt spelen met de vingerzetting van C majeur, stelt u
Transpose in op “+4”.
Videoapparatuur bedienen (Visual Control Mode)
Visual Control is een functie waarmee u tegelijk met een muzikale uitvoering visuele eecten kunt regelen.
Als u de Visual Control-modus ingesteld hebt op “MVC” (MIDI Visual Control, p. 9) of “V-LINK” en u op het
klavier speelt, zullen tegelijk de beelden gebruikt worden die geproduceerd worden door het Visual
Control-apparaat dat aangesloten is op dit apparaat via een USB MIDI.
Visual Control-functietabel
Als u de 12 laagste toetsen van dit apparaat (A0–G 1) aanslaat, worden de volgende MIDI-berichten verstuurd.
Visual Control-functie Verstuurd MIDI-bericht Bediening van dit apparaat
Schakelen tussen
beelden
CC 0 (Bank Select): 0–4 Zwarte toetsen aanslaan
Program Change: 1–7 Witte toetsen aanslaan
Instellingen voor het MIDI-verzendkanaal
Met deze instelling kunt u selecteren via welk MIDI-kanaal dit apparaat gegevens verstuurt.
MIDI maakt gebruik van zestien “MIDI-kanalen” die genummerd zijn van 1 tot 16. Door MIDI-apparaten aan
te sluiten en voor elk apparaat het gewenste MIDI-kanaal te selecteren, kunt u op die apparaten klanken
afspelen of selecteren. Dit apparaat ontvangt alle zestien kanalen (1–16).
Dubbele noten vermijden bij het werken met een
softwaresynthesizer
(Local Control)
Als een softwaresynthesizer op USB MIDI is
aangesloten, stelt u dit item in op “OFF”.
Omdat bij de meeste softwaresynthesizers de
Thru-functie ingeschakeld is, klinken noten
die op het klavier worden gespeeld mogelijk
dubbel of vallen deze weg. Om dit te vermijden,
kunt u de instelling “Local O inschakelen
zodat het klavier en de interne klankgenerator
losgekoppeld worden.
Als u C E G speelt klinkt dit als E G B
Softwaresynthesizer
Local Control
Klankgenerator
USB MIDI
In
USB MIDI
Out
Computer
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
WPS
INDIVIDUAL
1 2

Table of Contents

Related product manuals