EasyManua.ls Logo

DAB ACTIVE DRIVER M/M 1.1 - Kenmerken en Interpretaties; Logisch-Functioneel Schema Aansluiting Klemmen Alarmuitgang; Aansluitschema Voor 2 ACTIVE DRIVERS Voor Uitwisselingsfunctie

DAB ACTIVE DRIVER M/M 1.1
Print Icon
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
NEDERLANDS
78
Op afbeelding 1 ziet u het logisch-functionele schema van de aansluiting van de ingangsklemmen door de gebruiker.
Op afbeelding 2 ziet u het logisch-functionele schema van de aansluiting van de alarmuitgangsklemmen.
Op afbeelding 3 ziet u het aansluitschema voor 2 Active Driver voor uitwisselfunctie.
8.1 KENMERKEN EN INTERPRETATIES
Ref. FUNCTIE
L – N
MONOFASE
R – S – T
DRIEFASE
Verbindingsklemmen voedingslijn.
Verbindingsklem aarding lijn.
U - V- W
DRIEFASE
R – S
MONOFASE
Verbindingsklemmen driefase pomp.
Verbindingsklem aarding pomp.
J22
1
Voedingsklem: + 12V DC – 50Am. (uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
2=IN 3
Verbindingsklem ingang i3 voor aansturing algehele deactivering.
(uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
3=IN 2
Verbindingsklem ingang i2 voor selectie set point 1.
(uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
4
Gemeenschappelijke aansluitklem I3 – I2 (niet voor A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
6=IN 1
Aansluitklemmen ingang i1 voor beveiliging tegen bedrijf zonder water.
(niet voor A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
7
Verbindingsklem: 0V DC (GND). (uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
J14
o1
Verbindingsklem afstandalarm. (uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
250 Vac6 A max. weerstandsbelasting – 3 A max. inductieve belasting
o2
Verbindingsklem pomp in bedrijf. (uitgezonderd A.D. M/M 1.1 en A.D. M/T 1.0)
250 Vac6 A max. weerstandsbelasting – 3 A max. inductieve belasting
J9
Aansluitklemmen voor onderlinge verbinding en uitwisseling.
LET OP: voor onderlinge verbindingskabels met een lengte van meer dan 1 meter, wordt
aanbevolen op beide apparaten afgeschermde kabel te gebruiken met geaarde omhulling
(centrale pin nummer 2). LET OP: u dient de volgorde van aansluiting tussen de twee
apparaten strikt aan te houden! (uitgezonderd A.D. M/M 1.1) (zie afb. 2)
Afb. 1
Afb. 2
Voor functies en programmering:
zie tabel pag. 85 “Toekenning van de parameters die functies toewijzen aan de digitale uitgangen OUT1, OUT2”
Primaire
Active Driver
Secundaire
Active Driver
ACTIVE DRIVER M/T 2.2
o2
o1
J 14
1
4
2
3
3
2
1
3
2
1
J 9
J 9

Table of Contents

Other manuals for DAB ACTIVE DRIVER M/M 1.1

Related product manuals