(1) Systeemoproeptoetsen
Onder elke oproeptoets “CALL1” en “CALL2”
kunnen 10 signalen worden opgeslagen.
3
Geef met behulp van de cursortoetsen • en ª
de naam van het apparaat weer dat u wilt
registreren onder de systeemoproeptoets en
druk vervolgens op de toets ENTER.
•“KEY” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
Bij iedere druk op de • en ª cursortoetsen
verandert het display zoals hieronder
aangegeven.
4
Druk op de toets die u wilt registreren. Instellen
“SET” verschijnt en de toets wordt
geregistreerd.
• Zodra de toets is geregistreerd, verschijnt de
sleutelindicator “KEY” opnieuw en kan de
volgende toets worden geregistreerd.
5
De stand kan worden veranderd door op een
standtoets te drukken terwijl de sleutelindicator
“KEY” brandt.
Druk op de toets ENTER om de sleutelindicator
“KEY” opnieuw in te schakelen en de
registratie-standbystand in te schakelen.
6
Herhaal stappen 4 en 5 om de gewenste
toetsen te registreren.
7
Druk op de oproeptoets “CALL1” of “CALL2” terwijl de sleutelindicator “KEY” brandt
om de signalen te registreren onder de systeemoproeptoets.
•“OK” verschijnt en de normale bedieningsstand wordt opnieuw ingesteld.
Dubbelfunctie
(1) Dubbelfunctietoets
Toetsen die worden gebruikt in de standen CD,
CDR, TAPE, DVD, VDP, VCR1 en VCR2 kunnen
worden toegewezen aan de rechts getoonde
toetsen, die normaal gezien niet worden gebruikt
in de standen AMP, TV, DBS en CABLE.
Bijvoorbeeld, wanneer voor de CD-stand de
dubbelfunctie wordt ingesteld in de AMP-stand,
worden de signalen van de weergave-, stop-,
handmatige zoek-, automatische zoek-, pauze- en
disc-overspringtoetsen (PLAY, STOP, MANUAL
SEARCH, AUTO SEARCH, PAUSE en DISC SKIP)
verzonden in de AMP-stand.
1
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets.
•“PRE” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
2
Druk op de
•
en
ª
cursortoetsen zodat “
PUNCH
”
op de display van de afstandsbediening verschijnt
en druk vervolgens op de ENTER-toets.
•“SEL” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
(2) Instellen van de dubbelfunctie
De bijgeleverde afstandsbediening is voorzien van een systeemoproepfunctie waarmee u een reeks
afstandsbedieningssignalen met een druk op een toets kunt doorzenden.
Met deze functie kunt u bijvoorbeeld de versterker inschakelen, de ingangsbron kiezen, en de monitor-tv
inschakelen. Schakel de broncomponenten in en begin de weergave met de bron, alles met één druk op een
toets.
Systeemoproep
Druk op de
•
en
ª
cursortoetsen zodat “
CALL
”
op de display van de afstandsbediening verschijnt
en druk vervolgens op de ENTER-toets.
•“SEL” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
(2) Opslaan van systeemoproepsignalen
OPMERKINGEN:
• De afstandsbedieningssignalen van de toetsen waarop u drukte bij het opslaan van de
systeemoproepsignalen worden uitgezonden; denk eraan dat u de componenten niet ongewenst bedient
(dek bijvoorbeeld de afstandsbedieningssensoren af).
• Als u het aantal signalen dat kan worden opgeslagen overschrijdt, verschijnt “FULL” op het display van de
afstandsbediening en wordt alleen het mogelijke aantal signalen opgeslagen.
1
Druk op de toets waaronder de signalen voor de systeemoproep zijn opgeslagen.
• De opgeslagen signalen worden kort achter elkaar verzonden.
(3) Gebruik van de systeemopoepfunctie
To Next Page
Loading...
Need help?
General
