(Hoofdtoestel)
Telkens wanneer de DSP SIMULATION-toets
wordt ingedrukt, verandert de surroundstand in
deze volgorde:
DSP surround simulation
Kies de surroundstand voor het ingangskanaal.
Geef het surroundparameterscherm weer op de monitor.
Het scherm van de gekozen surroundstand
verschijnt.
Stel de parameters in.
Druk nogmaals op de surroundparametertoets om het instellen te beëindigen.
OPMERKINGEN:
• De instellingen van de surround-luidsprekers kunnen met behulp van de SPEAKER-toets van de
afstandsbediening worden veranderd.
• Wanneer voor “Default” (standaard) gekozen wordt en de
0
ccursortoets wordt ingedrukt, worden
“CINEMA EQ.” (equalisatie als in een bioscoop) en “D.COMP” (digitale compressie) automatisch
uitgeschakeld, wordt “ROOM SIZE” (kamergrootte) ingesteld op “medium”, “EFFECT LEVEL”
(effectniveau) op “10” en “DELAY TIME” op “30ms” en “LFE” op “0 dB”.
•“ROOM SIZE” drukt het ruimtelijk effect uit voor de verschillende surroundstanden in termen van de
afmeting van het geluidsveld, niet de eigenlijke afmeting van de kamer.
•
Voor bediening van de surround-functie en voor instelling van de surround-parameters met behulp van de afstandsbediening.
Stel de surround-functie in met behulp van de
SELECT-knop.
Druk de SURROUND PARAMETER-toets in.
Houd de surround-parametertoets ingedrukt om de in te stellen parameter te kiezen.
• De parameters die ingesteld kunnen worden, verschillen per surround-functie. (Zie
“Surround-functies en parameters” op blz. 278.)
Breng de in te stellen parameter op de display en stel deze met behulp van de SELECT-knop in.
OPMERKING:
• Als het ingangssignaal bij weergave van PCM digitale signalen of analoge signalen in de surround-functies
DOLBY PRO LOGIC II, DTS NEO:6 verandert in een digitaal signaal dat met Dolby Digital is gecodeerd,
schakelt het toestel automatisch over naar de Dolby Surround-functie . Wanneer het ingangssignaal
verandert in een DTS signaal, schakelt het toestel automatisch over naar DTS Surround-functie.
• Voor bediening van de surround-functie en voor instelling van de surround-parameters met behulp van de
bedieningsorganen op het voorpaneel.
• Rechtsom gedraaid.
• Linksom gedraaid.
Om tijdens het instellen van de surround-parameters de gewenste surround-functie te kiezen, drukt u
de surround-functietoets in en stelt u de keuzeschakelaar in.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
