Instrumentinstellingen_ nl
*HEUXLNVDDQZLM]LQJ_ X-am
®
8000
6.3 Alarminstellingen
(fabrieksinstelling)
Betekenis van de gebruikte termen:
Voorbevestiging: Als het alarm tijdens de alarmtoestand (door indrukken van de OK-toets) wordt bevestigd,
worden het akoestische alarm en de vibratiefunctie uitgeschakeld. Het alarm wordt pas volledig gereset (LED en
display) zodra de alarmtoestand niet meer aanwezig is.
Bevestiging: Indien het alarm wordt bevestigd wanneer de A1-alarmtoestand niet meer aanwezig is (door het
indrukken van de OK-toets), worden alle alarmelementen gereset.
Als de A2- en A1-alarmen als bevestigbaar zijn geconfigureerd, wordt het A1-alarm voorafgegaan door een
voorbevestiging of bevestiging van het A2-alarm voorbevestigd of als de alarmtoestand niet meer aanwezig is,
volledig bevestigd.
Betekenis van de symbolen:
: Functie geactiveerd
: Voorbevestiging
Alarmen / Gebeurte-
nissen
Weergave in
het display
Zelfhoudend Bevestigbaar LEDs Hoorn Vibratie
A1 ↑ (stijgend)
A1 -
A2 ↑ (stijgend)
A2 -
A1 ↓ (dalend)
A1 -
A2 ↓ (dalend)
A2 -
STEL
1)2)
1) Het STEL-alarm kan met max. één minuut vertraging worden geactiveerd.
2) De taken van de persoon moeten na dit alarm volgens de nationale voorschriften worden geregeld.
STEL -
TWA
3)
3) Een TWA-alarm kan alleen worden gereset door het gasmeetinstrument uit en weer in te schakelen.
TWA -
Fout
4)
4) Voor probleemoplossing zie het technische handboek.
Accu/batterij-voor-
alarm
5)
5) De accu/batterij heeft na het activeren van het accu/batterij-vooralarm nog ca. 20 minuten.
--
Accu/batterij-hoofd-
alarm
6)
6) Het gasmeetinstrument schakelt bij een accu/batterij-hoofdalarm na 20 s automatisch uit.
---
Apparaatfout
-
Kanaalfout
- ---