Afbeelding 4 Kabelwartels van type 1
1 Kabel 4 Draad 7 Dichting
2 Afscherming 5 O-ring 8 Wartelmoer
3 Instrument 6 Sluitringen
5. Zet de moer van de kabelwartel opnieuw vast.
6. Bevestig de draden aan de bijbehorende aansluitblokken.
4.5.3 Instructies voor het gebruik van kabelwartels van type 2
Instructies voor de standaardkabelaansluiting worden hieronder beschreven voor kabelwartels van
type 2 (Afbeelding 5).
Afbeelding 5 Kabelwartel van type 2
1 Wartelmoer 3 Conussen 5 Wartelhuis
2 Pakking 4 Veer 6 O-ring
1. Draai de moer van de kabelwartel los. De binnenkant bestaat uit een rubberen pakking, twee
metalen conussen en een veer. Wij wijzen u erop dat de Ethernetwartel op de instrumenten voor
wand- en buismontage geen sluitringen heeft en de dichting ingekerfd is.
2. Bij aansluiting van een sensorkabel, is de kabel al voorbereid.
Strip bij andere kabels (buitendiameter van minimaal 4 mm tot maximaal 6.5 mm) de
buitenisolatie af naar behoefte en 25 mm van de afscherming. Strip de draden ongeveer 8 mm
vanaf de uiteinden (Afbeelding 6).
160
Nederlands