4.7.3 Moederbord
Afbeelding 10 Moederbord Afbeelding 11 Connector P8
Connector P8
Onderstaande nummers verwijzen naar de 13 beschikbare P8-aansluitingen (van links naar rechts) in
Afbeelding 11.
1. RS-485 (signaal A)
2. RS-485 (signaal B)
3. PROFIBUS-DP (GND)
4. PROFIBUS-DP (+ 5 V)
5. PROFIBUS-DP (signaal -)
6. PROFIBUS-DP (signaal +)
7. PROFIBUS-DP (signaal RTS)
8. Niet gebruikt
9. Niet gebruikt
10. Niet gebruikt
11. Systeemalarmrelais (N.O.)
12. Systeemalarmrelais (N.C.)
13. Systeemalarmrelais (Common)
Connector P3
L E T O P
Beveiliging van het netwerk en het toegangspunt is de verantwoordelijkheid van de klant die het draadloze
instrument gebruikt. De fabrikant is niet aansprakelijk voor enige schade, met inbegrip van maar niet beperkt tot
indirecte, speciale, incidentele of gevolgschade die veroorzaakt is door een hiaat in, of schending van de
netwerkbeveiliging.
Ethernet RJ 45. Sluit het instrument aan op het lokale netwerk door een ethernetkabel door de
ethernetkabelwartel te trekken (plaats van de wartel aangegeven in Afbeelding 1 op pagina 158) en
aan te sluiten op de connector P3 aangegeven in Afbeelding 10.
4.7.4 Meetkaart
De verschillende meetkaarten voor de EC- en TC-sensoren zijn afgebeeld in onderstaande
Afbeelding 12 en Afbeelding 13. Het type kaart kan gemakkelijk worden herkend aan de kleur van de
J8-connector. Voor EC-kaarten is deze connector oranje en voor TC-kaarten is deze zwart.
L E T O P
Het is uitermate belangrijk dat de sensoren aangesloten worden op de juiste meetkaart. Als een TC-sensor
aangesloten wordt op een EC-meetkaart (en vice versa) dan wordt de meetkaart onherstelbaar beschadigd.
164 Nederlands