VERKORTE HANDLEIDING NEDERLANDS
1464813000 - SW4000 53
MACHINE IN BEDRIJF
1. Ga naar de plaats waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd zoals beschreven in het vorige deel.
2. Laat de hoofdborstel zakken met de hendel (63) en de zijborstels met de hendel (64).
3. Waar aanwezig kunt u de installatie voor stofbestrijding met de schakelaar (80) activeren.
4. Laat de machine in een rechte lijn en met een geschikte snelheid vooruit rijden. Laat de machine langzamer rijden als er veel
vuil moet worden opgeveegd of als het voor de veiligheid beter is om een lagere snelheid in te stellen. Zorg dat elke baan met
ongeveer 10 cm overlapt.
5. %LMKHWYHU]DPHOHQYDQOLFKWHPDDURPYDQJULMNHVWXNNHQPRHWXGHYRRUÀDSGRRUPLGGHOYDQGHKHQGHORPKRRJEUHQJHQ
/HWRSDOVGHYRRUÀDSRPKRRJEOLMIWVWDDQLVGHDDQ]XLJFDSDFLWHLWYDQGHPDFKLQHNOHLQHU
LET OP!
Wanneer u op natte oppervlakken moet werken, moet u het aanzuigsysteem met de schakelaar (65) uitschakelen
RPGHVWRI¿OWHUWHEHVFKHUPHQ
6. 9RRUHHQJRHGYHHJUHVXOWDDWPRHWKHWVWRI¿OWHUDOWLMG]RVFKRRQPRJHOLMN]LMQ7LMGHQVKHWYHJHQNXQWXGH¿OWHUVFKXGGHU
reinigen door op het onderste deel van de schakelaar (65) te drukken.
Herhaal deze handeling gemiddeld elke 10 minuten tijdens de werkzaamheden (dit is afhankelijk van de hoeveelheid stof in de
te reinigen zone).
OPMERKING
'H]HKDQGHOLQJNDQRRNZRUGHQXLWJHYRHUGWHUZLMOGHPDFKLQHEHZHHJW
WAARSCHUWING!
$OVKHWVWRI¿OWHUYHUVWRSWHQRIGHDIYDOFRQWDLQHUYROLVNDQGHPDFKLQHJHHQVWRIHQYXLOPHHUYHU]DPHOHQ
7. Als de werkzaamheden zijn voltooid en telkens als de afvalcontainer (11) vol is, moet u deze legen (zie hiervoor het volgende
deel).
WAARSCHUWING!
De motor heeft een alarmsysteem dat schade aan de motor zelf voorkomt als er niet genoeg olie in het carter zit.
Voordat het oliepeil in het carter onder het veilige niveau komt, stopt het alarmsysteem automatisch de motor.
WAARSCHUWING!
Als tijdens de werkzaamheden het lampje (75) voor overbelasting van de motor voor de hoofdborstel
herhaaldelijk knippert, kan dat komen door vuil dat het draaien van de borstel afremt (zie om dat te controleren
het deel De hoofdborstel vervangen in het hoofdstuk Onderhoud in de bedieningshandleiding) of door een
overmatige druk op de vloer (zie de procedure in het deel De hoogte van de hoofdborstel controleren en
afstellen in het hoofdstuk Onderhoud). Als de overbelasting niet verdwijnt, kan het gebeuren dat de borstels
stoppen met draaien. Dan moet u de machine uitschakelen en weer inschakelen om de functies van de borstels
weer te resetten.
DE AFVALCONTAINER LEGEN
LET OP!
De afvalcontainer (11) mag alleen worden geleegd op een vlakke ondergrond.
Zet de afvalcontainer nooit omhoog op een hellende ondergrond.
LET OP!
Als de afvalcontainer (11) omhoog wordt gezet en geleegd, controleer of er geen mensen in de buurt van de
machine aanwezig zijn, vooral in de ruimte rond de afvalcontainer.
OPMERKING
$OVGHDIYDOFRQWDLQHURPKRRJVWDDWZRUGWKHWDDQ]XLJV\VWHHPDXWRPDWLVFKXLWJHVFKDNHOGHQZRUGWGH
PD[LPXPVQHOKHLGYDQGHPDFKLQHYDQZHJHGHYHLOLJKHLGYHUODDJG
Zet de machine bij de plek waar het vuil gestort moet worden en ga als volgt verder.
1. Zet de zijborstels en -hoofdborstel omhoog.
2. Druk op de bevestigingsknop (66) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor omhoog (79) zodat de afvalcontainer (A, Afb. 1)
omhoog gaat tot de gewenste hoogte.
3. Verplaats de veegmachine naar de plek waar moet worden gestort en schakel de parkeerrem in.
4. Kantel de afvalcontainer (B) met de hendel (9) om het verzamelde stof en vuil te storten (C).