Pentair UltraTemp-E - Installatie en Installatieplaats

100 UltraTemp®-E
Installatie en installatieplaats
Wanneer de zwembaduitrusting zich onder het wateroppervlak van het zwembad bevindt, kan lekkage
uit één van de componenten een enorm waterverlies of een overstroming veroorzaken. Pentair kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor dergelijke waterverliezen en overstromingen die het product
kunnen beschadigen. Installeer de warmtepomp niet op plaatsen waar ze schade kan veroorzaken ten gevolge
van water- of condensaatlekkage. Als dit niet mogelijk is, zorg dan voor een geschikte opvangbak om eventuele
lekkage op te vangen en af te leiden.
Alleen een hiertoe opgeleide onderhoudstechnicus mag de warmtepomp installeren. Raadpleeg, voor
u dit product installeert, de Belangrijke waarschuwingen en veiligheidsinstructies.
Verpakking
Dit toestel moet verticaal worden verpakt en opgeslagen, zoals op de verpakking wordt
aangegeven.
Horizontale opslag, zelfs tijdelijk, zal beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
Schade te wijten aan het verkeerd inpakken of opslaan van het toestel, wordt niet gedekt
door de garantie.
Pentair raadt zijn klanten aan de verpakking van de warmtepomp (karton + polystyreen +
pallet) voor de geldigheidsduur van de garantie te bewaren voor het geval het toestel naar
de fabriek moet worden teruggezonden.
De handleiding, de koppelingen en de trillingsdempende afstandsringen bevinden zich
onder het bovendeksel in de verpakking.
Vereiste materialen voor de installatie
De volgende noodzakelijke elementen moeten door de installateur worden geleverd voor alle nieuwe
warmtepompinstallaties:
1. leidingaansluitingen (50 mm);
2. horizontaal oppervlak voor correcte afvoer;
3. geschikte elektrische toevoerleiding. Zie typeplaatje voor de elektrische specificaties. Voor de warmtepomp is
geen verdeelkast nodig; de aansluitingen gebeuren binnen in het elektrisch compartiment van de warmtepomp.
Installatieplaats
Handhaaf een vrije ruimte van minimaal 1 m aan de achterzijde (luchtingang verdamper) en 3 m aan de afvoerzijde
van de ventilator. Zorg ervoor dat de afgevoerde
lucht niet opnieuw in de verdamper kan worden
gezogen.
1. Zorg voor voldoende ruimte om de
temperatuurregelaar te kunnen bereiken.
2. Plaats, voor een doeltreffende afvoer van
condensatie en regenwater, de warmtepomp
op een licht hellend, effen oppervlak zoals een
betonnen of geprefabriceerde plaat.
3. Plaats de plaat indien mogelijk op dezelfde
hoogte of iets hoger dan de plaat van het
filtersysteem.
4. Opmerking: Controleer of de plaat nergens
meer dan 1% in één richting afhelt. Een lichte
helling is nodig voor de afvloeiing.
Neem de veiligheidsafstand tussen het zwembad en de warmtepomp (elektrisch toestel) in acht,
rekening houdend met de lokale regelgeving
1 m
1 m
3 m
1 m