101
5. Markeer de vier bevestigingspunten op de installatieplaat (u kunt ook de op de doos gedrukte sjabloon gebruiken).
6. Boor geschikte gaten voor de bevestigingsschroeven of ankerbouten. Deze schroeven moeten een diameter van
minimaal 6 mm hebben en van corrosiebestendig materiaal gemaakt zijn.
7. Plaats de warmtepomp op de rubberblokken over de bevestigingsopeningen.
8. Trek de schroeven aan.
Richt de ventilatie-uitgang niet naar een plaats waar hij geluidshinder kan veroorzaken (zoals een venster) of naar een
plaats waar zich normaal mensen ophouden (de afgevoerde lucht zal koud zijn).
Plaats de warmtepomp van het zwembad niet op een oppervlak dat trillingen kan overbrengen.
Installeer het toestel niet onder een boom of op een plaats die aan water of slijk is blootgesteld. Dit zou namelijk de
prestaties ongunstig beïnvloeden en het onderhoud bemoeilijken.
Afwatering en condensatie
Wanneer het toestel draait, vormt zich op de verdamperspiraal condensaat dat wordt afgevoerd in een regelmatig
tempo (doorgaans drie tot vijf liter per uur), afhankelijk van de temperatuur van de omgevingslucht en de
luchtvochtigheid. Hoe hoger de luchtvochtigheid is, des te meer condensaat zal er gevormd worden.
De bodem van het toestel dient als opvangbak voor regenwater en condensaat. Houd de afvoeropeningen in de bak
aan de onderzijde van het toestel vrij van brokstukken en vuil. Een slangadapter uit kunststof wordt meegeleverd om
het condensaat gecontroleerd af te voeren.
Dakafloop
Installeer de warmtepomp niet op een plaats waar grote hoeveelheden water van een dak op het toestel kunnen
lopen.
Steile daken zonder dakgoot laten enorme hoeveelheden water, gemengd met vuil van het dak, door het toestel
stromen. Een dakgoot of regenwaterafvoerpijp kan nodig zijn om de warmtepomp te beschermen.
Tuinsproeiers
Plaats geen tuinsproeiers dicht bij de warmtepomp - zij kunnen water in de warmtepomp sproeien,
waardoor de garantie ongeldig wordt.
Zorg ervoor dat het water van de warmtepomp weg wordt gesproeid. Houd rekening met de windrichting zodat de
wind het water van de sproeiers niet naar de warmtepomp kan blazen.
Sproeikoppen kunnen een hoge waterdruk opbouwen en onder een hoek sproeien. In dat opzicht verschilt
sproeiwater van normale regen en vochtig weer. Sproeiers, aangesloten op een bronwatersysteem, kunnen de
ophoping van mineralen op de verdamperspiralen en de elektronische componenten veroorzaken. Als het zwembad
zich dicht bij de kust bevindt, kan zout water ook een probleem zijn.