EasyManua.ls Logo

SDMO BOOSTER 2000 - Page 84

SDMO BOOSTER 2000
Print Icon
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
8/12 Ref. GPAO : 33522111601 Ref. Const. 5490 326 4000
7. Onderhoudsmethode
Waarschuwing
Leg de motor altijd stil alvorens een onderhoudsactiviteit uit te voeren.
Schakel het contact van de motor uit en neem de bougiekap(pen) af om te voorkomen dat de
motor per ongeluk zou starten. Gebruik alleen originele of gelijkwaardige onderdelen. Het
gebruik van niet-gelijkwaardige vervangingsonderdelen kan tot beschadiging van het aggregaat
leiden.
7.1. Reinigen van het luchtfilter (figuur H)
Gevaar
Gebruik nooit benzine of oplosmiddelen met een laag vlampunt voor het reinigen van het
luchtfilterelement, want dat kan resulteren in brand of explosie.
Open de omkasting met behulp van een schroevendraaier
Neem het deksel van het luchtfilter (1) af en haal de filterelementen er uit en van elkaar. Controleer
zorgvuldig of de twee elementen geen scheuren of gaten vertonen, en vervang ze indien ze beschadigd zijn.
Was het schuimrubber element (2) met een afwasmiddel in lauw water. Laat grondig drogen.
Tik met het papieren filterelement (3) meermaals en licht op een hard oppervlak om het teveel aan vuil eruit
te verwijderen. Probeer het vuil nooit met behulp van een borstel te verwijderen. De borstelbewerking doet
het vuil in de vezels dringen. Vervang het papieren filterelement indien het te vuil is.
Monteer de luchtfilterelementen en het deksel nu terug in omgekeerde volgorde.
Sluit de omkasting terug.
7.2. Verversen van de motorolie (figuur I)
Tap de olie af terwijl de motor nog warm is om het carter geheel en snel te laten leeglopen.
Open de omkasting met behulp van een schroevendraaier
Verwijder de olievuldop en de aftapplug, en laat de olie af in een geschikt recipiënt.
Schroef daarna de aftapplug terug helemaal vast en vul het oliereservoir tot aan de bovenste maatstreep op de
oliepeilstok met de voorgeschreven olie (zie paragraaf 3.1).
Controleer of er geen lekken zijn.
Sluit de omkasting terug.
7.3. Controle van de ontstekingsbougie (figuur J)
Haal de kap van de ontstekingsbougie en gebruik een bougiesleutel om de ontstekingsbougie uit te schroeven.
Controleer de bougie visueel en gooi ze weg indien de elektrode versleten is of indien de isolator gebarsten of
afgeschilferd is. Reinig de bougie met een metaalborstel indien u ze opnieuw wilt gebruiken.
Meet visueel de elektrodeafstand met behulp van een diktemal. De afstand moet 0,6 tot 0,7 mm bedragen.
Controleer of de onderlegring van de bougie in goede staat is en schroef de bougie met de hand in om
beschadiging van de schroefdraad te voorkomen.
Nadat de bougie is ingeschroefd, ze aanspannen met behulp van een bougiesleutel om de onderlegring samen
te drukken.
Noot: om een nieuwe bougie te monteren, deze na het vastdraaien nog 1/2 draai aanspannen om de
onderlegring samen te drukken. Bij het monteren van een oude bougie, deze na het vastdraaien nog 1/8 –1/4
draai aanspannen om de onderlegring samen te drukken.
7.4. Controleren van bouten, moeren en schroeven
Dagelijkse nauwgezette controle van alle schroeven is noodzakelijk om incidenten of storingen te voorkomen.
Controleer het hele aggregaat vóór iedere start en na elk gebruik.
Span alle schroeven aan waarop speling zou kunnen zitten.
Noot: het aanspannen van de bouten van het motorblok moet door een specialist worden uitgevoerd. Informeer
bij uw regionaal agent.

Table of Contents

Related product manuals