107
DEENFRITESPTNOSVFIDAPLSLSKTR NL
0478 111 9953 B - NL
Houd de duwstang tijdens het werken 
stevig maar niet verkrampt met beide 
handen op de daarvoor bedoelde plaatsen 
vast.
Plan de werktijden zodanig dat hoge 
belasting gedurende langere tijd wordt 
voorkomen.
Laat het apparaat alleen los, als het op 
een horizontaal vlak staat en niet vanzelf 
kan wegrollen.
5.2 Tanken – omgaan met benzine
Bewaar de brandstof uitsluitend in 
geschikte en goedgekeurde reservoirs 
(jerrycans). Schroef de tankdoppen van de 
jerrycans altijd goed erop en draai de 
doppen stevig vast. Om 
veiligheidsredenen moeten defecte 
afsluitingen worden vervangen.
Gebruik geen drankflessen of soortgelijke 
zaken om brandstoffen en smeermiddelen 
af te voeren of op te slaan, zoals 
bijv. benzine. Personen, met name 
kinderen, zouden in de verleiding kunnen 
komen om eruit te drinken.
Houd benzine uit de buurt van 
vuur, permanent vuur, 
warmtebronnen en andere 
ontstekingsbronnen. Niet roken!
Tank alleen in de buitenlucht en rook niet 
tijdens het tanken.
Schakel de verbrandingsmotor voor het 
bijtanken uit en laat deze afkoelen.
De benzine moet vóór het starten van de 
verbrandingsmotor worden bijgevuld. Bij 
een draaiende verbrandingsmotor of hete 
machine mag de tankdop niet worden 
geopend en mag er geen benzine worden 
bijgevuld.
Tank de brandstoftank niet te 
vol!
Vul de brandstoftank nooit tot 
boven de onderkant van de 
vulplug, zodat de brandstof 
ruimte heeft om uit te zetten.
Volg ook de aanwijzingen in de 
gebruiksaanwijzing van de 
verbrandingsmotor op.
Als er benzine is overgelopen, mag u de 
verbrandingsmotor pas starten nadat u het 
met benzine verontreinigde oppervlak 
hebt gereinigd. Start de 
verbrandingsmotor niet voordat de 
benzinedampen zijn verdampt (droog 
vegen).
Gemorste brandstof moet meteen worden 
afgeveegd.
Verwissel van kleding als er benzine op is 
gemorst.
Sla het apparaat nooit op in een gebouw 
met benzine in de tank. Ontstane 
benzinedampen kunnen met open vuur of 
vonken in aanraking komen en 
ontbranden.
Als de tank moet worden geleegd, moet dit 
in de buitenlucht worden uitgevoerd.
5.3 Accu en oplaadapparaat
De gebruiksaanwijzing van de 
verbrandingsmotor opvolgen en goed 
bewaren. In de gebruiksaanwijzing leest u 
hoe u de accu en het oplaadapparaat 
veilig kunt gebruiken.
Gebruik alleen de originele accu en het 
originele oplaadapparaat.
Accu en oplaadapparaat tegen regen en 
vocht beschermen en nooit laten vallen.
Gebruik alleen een onbeschadigde, niet 
vervormde accu en een onbeschadigd 
oplaadapparaat. Controleer met name de 
voedingskabel van het oplaadapparaat. 
Gebruik nooit een oplaadapparaat met 
een beschadigde voedingskabel.
Accu en oplaadapparaat nooit uit elkaar 
nemen en nooit proberen te repareren. 
Een defecte accu of een defect 
oplaadapparaat moet worden vervangen.
U mag het oplaadapparaat alleen op een 
voeding aansluiten die beveiligd is door 
een foutstroombeveiliging met een 
afschakelstroom van maximaal 30 mA. 
Voor nadere informatie kunt u terecht bij 
de elektricien.
Niet-gebruikte accu ver van metalen 
voorwerpen (bijv. spijkers, munten, 
sieraden) houden. Accucontacten nooit 
kortsluiten, geen metalen transportbak 
gebruiken.
Bij ondeskundig gebruik kan er vloeistof uit 
de accu stromen – contact vermijden! Bij 
onbedoeld contact met water afspoelen. 
Als de vloeistof in aanraking komt met de 
ogen, spoelt u deze eerst met water en 
raadpleegt u een arts. Uitstromende 
accuvloeistof kan huidirritatie en 
brandwonden en bijtende plekken 
veroorzaken.
Verdere veiligheidsinstructies kunt u 
vinden op http://www.stihl.com/safety-
data-sheets
Levensgevaarlijk!
Benzine is giftig en in hoge mate 
ontvlambaar.