85
F2 (BK Light) instellen van de achtergrondverlichting:
Druk na het drukken op de SET-toets op de F2-toets. Met de toetsen F2 en F3 kan
de gewenste helderheid van de achtergrondverlichting van 1 tot 31 worden inge-
steld. Voor het deactiveren van de achtergrondverlichting stelt u OFF in. Bevestig de
invoer met de F4-toets (ENTER).
F3 (Contrast) instelling van het display-contrast:
Druk na het drukken op de SET-toets op de F3-toets. Met de toetsen F2 en F3 kan
het gewenste contrast van het display van 0 tot 31 worden ingesteld. Bevestig de
invoer met de F4-toets (ENTER).
F4 (BEEP) activering/deactivering van de pieper:
De activering/deactivering van de pieper kan in de meetbereiken weerstand, diode-
test en doorgangstest worden uitgevoerd. Druk na het drukken op de SET-toets op
de F4-toets. Met de toetsen F2 en F3 kan de pieper in- (F2 ON) of uitgeschakeld (F3
OFF) worden. Bevestig de invoer met de F4-toets (ENTER).
Scope-modus
In de Scope-modus kunnen meetsignalen grafisch op het display worden weergege-
ven. De SCOPE-modus is in de meetfuncties spanning, stroom en frequentie
beschikbaar. Met de toets „MODE“ kan tussen DMM-modus en SCOPE-modus wor-
den geselecteerd
Voor het inschakelen, draait u de draaiknop (3) op de meetfunctie spanning, stroom
of frequentie. Selecteer met de MODE-toets de SCOPE-modus.
Het volgende display verschijnt:
In de bovenste regel worden de standaardparame-
ters weergegeven:
Meetbereik: AC (met RANGE-toets omschakelbaar
naar DC)
Verticale afbuiging: bijv. 20 mV (in stappen van
1,2,5 instellbaar, 20 mV – 500 V/DIV)
Tijdbasis: bijv. 500 µS (in stappen van 1,2,5 instell-
baar, 100 ns – 1s/DIV)
Bedrijfsmodi: RUN (met HOLD-toets omschakel-
baar naar HLD)
Batterijstatusindicatie: (aanduiding resteren-
de batterijcapaciteit)
To Next Page
Loading...
