90
Voor de diodetest gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM met behulp van de draaischakelaar (3)
in.
- Selecteer met de MODE-toets de DMM-modus.
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus en de
rode meetdraad op de VW-bus tot deze plat op het mee-
tapparaat liggen.
- Zet de draaischakelaar (3) op Ω.
- Druk op F1 tot ( ) verschijnt.
- Controleer de meetdraden op doorgang door beide
meetstiften met elkaar te verbinden. Nu moet zich een
waarde van ca. 0 mV instellen.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject
(diode).
- Op het display wordt nu de doorlaatspanning weergegeven. Als „OL“ verschijnt,
wordt de diode in sperrichting gemeten of is de diode defect (onderbreking).
c) Frequentiemeting/Duty Cycle
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval wor-
den overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als
daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC kan staan!
Voor het meten van een frequentie gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM met behulp van de draaischakelaar (3) in.
- Selecteer met de MODE-toets de DMM-modus.
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus en de rode meetdraad op de VΩ-
bus tot deze plat op het meetapparaat liggen.
- Zet de draaischakelaar (3) op Hz.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (generator, schakeling, enz.).
- De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
Voor de Duty-Cycle meting drukt u op de F1-toets – er verschijnt „DUTY“ boven de
F1-toets. Op het display wordt de pulse-pauzeverhouding van het ingangssignaal
weergegeven.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
