42
NETHERLANDS
– de instelling van het thermisch
pakket van een motorbeveiligings-
schakelaar moet overeenkomstig
de max. stroomopname in het be-
treffende toerental plaatsvinden
(zie typeplaatje)
– bij aansluiting van automatisch
werkende schakelapparaten die-
nen de betreffende montage- en
bedieningsvoorschriften in acht
genomen te worden
6. Inbedrijfname
6.1 Vullen en ontluchten
De installatie moet op vakkundige
wijze gevuld worden. Een ontluch-
ting van de pomprotorruimte vindt
vanzelf na kort bedrijf plaats. Kort-
ston
dig drooglopen beschadigt de
pomp
niet. Indien toch een directe
ontluchting van de rotorruimte
noodzakelijk mocht blijken, dient als
volgt gehandeld te worden (afb. 4):
– pomp uitschakelen
– leidingen aan de perszijde sluiten
– beschermkapje van de ontluch-
tingsschroef op de voorzijde van
de pompmotor verwijderen
– ontluchtingsschroef met passende
schroevendraaier resp. speciale
sleutel (SW 5) voorzichtig openen
–Afhankelijk van de tem-
peratuur van de vloeistof
en de systeemdruk kan
bij het openen van de
ont
luchtingsschroef hete
vloei
stof in vloeibare of
gasvormige toestand uit-
treden of onder hoge
druk zelf eruit spuiten.
Verbrandingsgevaar!!
– elektrische delen beschermen te-
gen water
– pomp inschakelen
– na 15...30 sec. de ontluchtings-
schroef weer sluiten
– afsluitarmatuur weer openen
De pomp kan bij ge-
opende afsluitschroef afhankelijk
van
de hoogte van de bedrijfsdruk blok-
keren.
– Afhankelijk van de be-
drijfstoestand van de
pomp/de installatie (tem-
peratuur
van het te ver-
pompen medium) kan de
pomp zeer heet worden.
Bij aanraking van de
pomp bestaat gevaar
voor verbranding!
6.2 Instellen
– Kontrole van de draairichting bij
draaistroommotoren:
Om de draairichting te kontroleren
moet de ontluchtingsschroef aan
de voorzijde van de pompmotor
ATTENTIE !!