Inbedrijfstelling
Climate 3000i – 6721823680 (2022/10)
160
4 Inbedrijfstelling
4.1 Checklist voor de inbedrijfname
Tabel 9
4.2 Werkingscontrole
Na uitgevoerde installatie met dichtheidstest en elektrische aansluiting
kan het systeem worden getest:
▶ Voedingsspanning tot stand brengen.
▶ Binnenunit met de afstandsbediening inschakelen.
▶Druk op de toets Mode om de koelmodus (') in te stellen.
▶Pijltoets (/) indrukken tot de laagste temperatuur is ingesteld.
▶ Koelmodus 5 minuten lang testen.
▶Druk op de toets Mode om het verwarmen (%) in te stellen.
▶Pijltoets (.) indrukken tot de hoogste temperatuur is ingesteld.
▶ Verwarmingsmodus 5 minuten lang testen.
▶ Bewegingsvrijheid van de luchtgeleidingsplaat waarborgen.
Bij een kamertemperatuur onder 17 °C moet de koelmodus handmatig
worden ingeschakeld. Deze handbediening is alleen bedoeld voor testen
en noodgevallen.
▶ Normaal gesproken altijd de afstandsbediening gebruiken.
Om de koelmodus handmatig in te schakelen:
▶ Binnenunit uitschakelen.
▶ Met een dun object tweemaal de toets voor handmatige koelmodus
indrukken ( afb. 23).
▶Toets Mode van de afstandsbediening indrukken, om de handmatig
ingestelde koelmodus te verlaten.
In een systeem met multisplit-airconditioning is handbediening niet
mogelijk.
4.3 Overdracht aan de eigenaar
▶ Wanneer het systeem is ingesteld, de installatie-instructie aan de
klant overhandigen.
▶ De klant de bediening van het systeem aan de hand van de gebruik-
sinstructie uitleggen.
▶ Adviseer de klant, de gebruiksinstructie zorgvuldig te lezen.
5 Storingen verhelpen
5.1 Storingen met weergave
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan, kan een
elektrische schok veroorzaken.
▶ Onderbreek voor werkzaamheden aan elektrische delen de voe-
dingsspanning over alle polen (zekering, vermogensautomaat) en be-
veilig tegen onbedoeld herinschakelen.
Wanneer tijdens gebruik een storing optreedt, toont het display een sto-
ringscode (bijvoorbeeld EH 02).
Wanneer een storing langer dan 10 minuten optreedt:
▶ Voedingsspanning gedurende korte tijd onderbreken en de binnen-
unit weer inschakelen.
Wanneer een storing niet kan worden opgelost:
▶ Contact opnemen met de servicedienst en de storingscode en de toe-
stelgegevens doorgeven.
1 Buitenunit en binnenunit zijn correct gemonteerd.
2 Buizen zijn correct
• aangesloten,
•geïsoleerd,
• op dichtheid getest.
3 Correcte condensafvoer is uitgevoerd en getest.
4 Elektrische aansluiting is correct uitgevoerd.
• Voedingsspanning ligt binnen het normale bereik
• Randaarde is correct aangebracht
• Aansluitkabel is vast op de klemmenstrook
aangesloten
5 Alle afdekkingen zijn aangebracht en bevestigd.
6 De luchtgeleidingsplaat van de binnenunit is correct
gemonteerd en de stelaandrijving is vastgeklikt.