193
Om de remhendels ook met kleinere handen
goed vast te kunnen houden, kan de greepbreed
-
te van bepaalde remmodellen ingesteld worden.
Laat de reminstellingen altijd bepalen door uw
FLYER-dealer, omdat het om veiligheidsrelevante
onderdelen gaat.
De remhendels moeten zo ingesteld zijn, dat ze
ook bij sterk inknijpen nog niet de stuurgreep raken!
11.4 Verende onderdelen
De FLYER-dealer moet het chassis instellen op
het gewicht en bereik van de berijder, om zo de
werking van de verende onderdelen te garande
-
ren.
Let erop dat verende onderdelen even-
tueel opnieuw afgestemd moeten wor-
den als u met een hoger laadvermogen
rijdt, bijvoorbeeld tijdens een etstocht.
Voor het dagelijks gebruik en bij het rijden van rit
-
ten hebben verende zadelpennen zich bewezen.
Sommige geveerde zadelpennen kunnen op de
berijder worden afgestemd. Neem hiervoor con
-
tact op met uw FLYER-dealer.
Veer- en ophangingsonderdelen zijn vei-
ligheidsrelevante onderdelen van uw
FLYER. Onderhoud en controleer uw
verende FLYER met regelmatige tus
-
senpozen. Laat regelmatig controles uit-
voeren door uw FLYER-dealer.
Het chassis werkt beter en langer als
u het regelmatig schoonmaakt. Warm
water en een zacht reinigingsmiddel zijn
hiervoor geschikt.
12. Wielen en
banden
De wielen zijn onderworpen aan zware belasting
door de ongelijke ondergrond en het gewicht van
de berijder.
• Na de eerste 200 kilometer moet u de wielen in
een werkplaats laten controleren en eventueel
laten centreren.
• De spanning van de spaken moet daarna met
enige regelmaat gecontroleerd worden. Losse
of beschadigde spaken moeten nagespannen
of vervangen worden door een FLYER-dealer.
12.1 Velgen testen
De velgen slijten als er een velgrem geïnstalleerd is.
De stabiliteit van de velgen vermindert
na hevig gebruik en de kans op bescha
-
digingen neemt toe. Een verbogen, ge-
barsten of gebroken velg kan ernstige
ongevallen en valpartijen veroorzaken.
Gebruik uw FLYER niet meer als u merkt
dat een velg beschadigd is. Laat de velg
door een FLYER-dealer controleren.
Velgen voor velgremmen hebben een
markering die de slijtage van de velg
aangeeft. Daarvoor zijn op het velgen
-
oppervlak rondom punten of groeven
aangebracht.
Als deze punten of groeven op één of
meerdere plekken niet meer zichtbaar
zijn, moeten de velgen vervangen wor
-
den. Laat de velgen regelmatig door een
FLYER-dealer controleren, ten minste
bij het vervangen/omwisselen van de
remblokjes.
12.2 Banden en binnenbanden
Banden zijn aan slijtage onderhevig.
Controleer regelmatig de proeldiepte,
bandenspanning, de staat van de zijde
-
lingse bandvlakken en let op de tekenen
van broosheid of slijtage.
Velgen met punten die
aangeven hoe ver ze
versleten zijn