7.6 Vet maaielementen vervangen
Vervang het vet in de maaielementen elke 500 werkuren of na
iedere 1000 hectaren.
Volg hiervoor onderstaande aanwijzingen op.
- Verwijder de maaischijf.
- Neem het lagerhuis (A, fig. 29) van het element. Let erop
dat de vulringen (B) op hun plaats blijven.
Wanneer meerdere lagerhuizen tegelijk worden gede-
monteerd, dient ervoor te worden gezorgd dat de lager-
huizen later op de oorspronkelijke elementen worden
teruggeplaatst.
- Verwijder het vet uit het element. Gebruik geen oplos-
middel omdat dit de afdichting van de lagers kan aantasten
en/of de vetvulling uit de lagers kan spoelen.
- Vul het element met 95 g vet.
(vet-classificatie NLGI 0, type calcium-lithium zeep of
lithium zeep / Shell Alvania WR 0)
Pas de hoeveelheid vet nauwkeurig af. Afwijking van de
hoeveelheid kan oververhitting en blijvende schade aan
het element tot gevolg hebben.
- Plaats het lagerhuis op het element. Draai de naaf C (fig.
29) zodanig dat deze in lijn staat met de naaf van het
naastliggende element (fig. 30).
- Breng Loctite 243 aan op de draad van de cilinder-
kopschroeven en draai deze vast met een aanhaalmoment
van 20 Nm (2 kgm).
- Monteer de maaischijf. Zet de kroonmoer vast met een
aanhaalmoment van 150-250 Nm (15-25 kgm) en borg deze
met een splitpen. Zorg ervoor dat de splitpen niet boven het
drukstuk uitsteekt.
16
29
20 Nm (2 kgm)
0.095 kg
NLGI 0
C
A
B
30
150-250 Nm (15-25 kgm)
!
!